25 oktober 1973
253
het bespreken in de gemeenteraad van een nieuwe gemeenscihappelijke
regeling van 44 artikelen is natuurlijk uiterst moeilijk. De oude regeling
die, wat het kardinale punt betreft, dezelfde tekst had, heeft zeven jaar
in verband met de vijfde baan van Schiphol in de ijskast gelegen, terwijl
er daarna drie jaar zeer vruchtdragend aan gewerkt is, zodat deze rege-
ling tien jaar heeft gefunctioneerd. Er is inmiddels een groot woonwagen-
centrum in Haarlemmermeer ontstaan, men is ibezig met het inrichten
van een sloopterrein, de plannen voor een recreatieruimte en een school
hebben de ministeriële goedkeuring verkregen, en dat ailes is gebeurd
zonder dat de leden van het algemeen bestuur door de gemeenteraden zijn
benoemd, terwijl er ook nooit door de raad is geïnformeerd hoe het met
een en ander staat. Dat is geen verwijt, maar een constatering dat het
plezierig heeft gelopen. De hele teneur van de wet gemeenschappelijke
regelingen is en sommige raden hebben daar moeite mee om een
stuk bevoegdheid uit handen te geven; desondanks zijn er zeer vele rege-
lingen in ons land tot stand gekomen, zoals op het terrein van de brand-
weer, het ambulancevervoer, de schooltandartsendienst, de politieschool,
enzovoort. In het advies van de commissie voor sociale zaken wordt te-
recht opgemerkt dat wat het Werkvoorzieningsschap Zuid-Kennemerland
betreft, de leden daarvan ook door de raad worden aangewezen. Spreker
meent echter dat als men deze twee schappen met elkaar vergelijkt, blijkt
dat als men spreekt over het Werkvoorzieningsschap Zuid-Kennemerland
met een aantal grote sociale werkplantsen met rechtsbetrekkingen met
Meer en Bosch en Nieuw-Unicum, en met een groot personeelsbestand,
men met andere dingen bezig is dan als men spreekt over het beheer en
exploitatie van twee woonwagencentra, een grote in Haarlemmermeer en
een dependance in Heemstede. Spreker herhaalt dat als de raad er voor
voelt om twee raadsleden in het bestuur te benoemen, hij daar geen be-
zwaar tegen heeft. Men dient echter wel te weten dat er vrij frekwent
vergaderd wordt en dat de vergaderingen op vrijdagmorgen worden ge-
houden. Desondanks meent spreker dat de raad toch wel een belangrijke
vinger in de pap heeft. In artikel 37 staat bijvoorbeeld: ,,wijzigingen van
deze regeling kunnen zowel door de raad van elk der deeinemende ge-
meenten als door het algemeen bestuur worden voorgesteld. Voorstellen
tot wijziging van de regeling worden ter kennis gebracht van de raden
der aangesloten gemeenten". Als de raad dus op een bepaald ogenblik zou
stellen dat het minder goed gaat met het algemeen bestuur, dan kan de
raad voorstellen de regeling te wijzigen.
Spreker merkt op dat de heer Jager in de commissie naar voren heeft
gebracht dat is niet in het advies gekomen dat In de doelstelling
in artikel 3, onder 1, het maatschappelijk welzijn van de woonwagen-
bewoners primair voorop staat; onder 2, het beheer en de exploitatie van
één of meer woonwagencentra en onder 3, het bevorderen van die maat-
regelen, die een overgang naar een sedentair bestaan mogeliik maken.
De heer Jager vreesde namelijk dat onderdeel 3 van dat artikel zou kun-
nen worden aangegrepen om de woonwagenbewoners uit hun eigen om-
gevtng te doen verdwijnen en zo snel mogelijk binnen de bevolking te
doen integreren. Zo is het dus niet bedoeld: het is niet bedoeld te dwingen
tot, maar om de mensen rijp te maken vöôr. En dat strookt vodledig met
de opvatting zoais men die in de Woonwagenwet terugvindt. Spreker
merkt op dat er talloze gemeenschappelijke regelingen zijn, ook wat de
woonwagencentra betreft, die precies eender luiden als de onderhavige
regeling. Het is overigens ontworpen naar het voorbeeld van een model-
verordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Er zijn ook
gemeenteraden die de benoeming van de leden van het algemeen bestuur
aan zich houden, en zo kan spreker een model-verordening gemeenschap-
pelijke regeling noemen die op de provinciale griffie gehanteerd wordt en
die luidt: het algemeen bestuur wordt samengesteld uit leden van het bë-