25 oktober 1973
249
het overwegen waard. In hoeverre met betrekking tot deze misêre alsnog
een aansprakelijkheid is te stellen, spreker meent dat de termijn daar-
voor over het aigemeen 10 jaar is. Het kan ook zijn dat er in het bestek
ten deze het een en ander bepaaid is, en dat moet worden nagegaan. Bij
voorfbaat imoet spreker stellen dat het in dat geval nog maar zal gaan om
een zeer heperkt gedeelte van de ontstane sohade. Spreker is van mening
dat we wel voorgoed genezen zijn van dit soort verwarming. Zoals het
bij dit soort zaken altijd gaat leert men uit de ellende van het verleden
wat in elk gevai in de toekomst niet moet gebeuren. Natuurlijk leert men
hier ook weer uit dat men nooit scherp genoeg kan zijn in het houden
van toezicht en dat men met betrekking tot controle en toezicht wel op
de kosten moet ietten, maar niet te snel, en dat daardoor misschien
moeilijkheden in de toekomst kunnen worden voorkomen. In antwoord op
de vraag van de heer Kettenis zegt spreker dat voorzover hem uit înfor-
matie 'bekend, de huidige firma goed staat aangeschreven, dus aan te
spreken is; deze firma heeft een bepaälde opdracht aanvaard en îs daar-
voor aansprakelijkhet werk wordt uiteraard gekeurd als het klaar îs
Blijkt dit niet goed te zijn, dan wordt het afgekeurd. Een en ander ligt
vast in een stringent contract.
Het antwoord van de wethouder heeft de heer De Kuiter enigszins doen
schrikken. 'Sprekers vraag of de centrale verwarming tot het contract van
de hoofdaannemer be'hoort stelde hij eigenlijk met de overtuiging dat het
antwoord „nee" zou luiden, hetgeen nu „ja" blijkt te zijn. Uitgaande van
de kennis dat dit antwoord „ja" is, komt het spreker voor dat de vraag
van de aansprakelijkheid tot op heden eigenlijk in het geheöl niet îs
onderzocht en dat de raad nu, het college in de eerste plaats, vervolgens
bezig is om de verdediging van de hoofdaannemer op te stellen. Dat vindt
spreker een onjuist uitgangspunt. Aan de raad wordt een krediet ge-
vraagd; als de raad dat krediet verstrekt, heeft het icollege daarmede
machtiging om 'het werk uit te voeren. Nu is voor het aansprakelijk stellen
van aannemers altijd een bepaalde procedure nodig. Die procedure is met
gevolgd, terwijl dan wel het geld beschikbaar is gesteld. Als men eerst
gaat repareren en dan aansprakelijk stellen, komt van het laatste niets
meer terecht Voorzover zijn fractiegenote 'hem dat heeft doorgegeven, îs
in het commissieberaad gesteld dat de ketelleverancier geen wanprestatie
heeft gepleegd, dat de installateur failliet is en dat de architect is over-
leden, dat er aizo niemand meer is waar men verhaal op heeft. Spreker
meen't dat dit duidelijk een verkeerde interpretatie is. Er was een con-
tract met een hoofdaannemer en ais de raad geen werkelijk inzicht heeft
in de aansprakelijkheid, dan dient dat eerst nagezocht en uitgepraat te
zijn voordat de raad een krediet van een dergehjke omvang kan verlenen
voor reparaties waarvan de mogelijkheid bestaat dat er een meer of mm-
der belangrijk deel tot de plicht van een ander behoort. Spreker is voors-
hands onder deze omstandigheden nog niet onmiddellijk bereid om hier-
aan mee te werken.
De heer Kücker acht 'het antwoord van de wet'houder enigszins ge-
laten, in de zin van: we zitten nu eenmaal in deze moeilijkheden en we
zullen de konsekwenties hiervan hebben te aanvaarden. Dat verhindert niet
dat spreker zeer nadrukkelijk blijft bij zijn opvatting, dat in deze van
meerdere zijden een dusdanige grove onachtzaamheid is betoond, dat men
van ieen wanprestatie kan spreken. Nu kan het best zijn dat wanpres-
tatie in de zin van de wet een andere interpretatie heeft dan zojuist door
spreker gesignaleerd, maar dat neemt niet weg dat in deze grove fouten
zijn gemaakt, waarbij, zoals ook de heer De Ruiter reeds opmerkte, van
de zijde van het college uitputtend zal dienen te worden onderzocht of, en
zo ja, op welke wijze, verhaal mogelijk is en of alt'hans voorlopig de po-
sitie van de gemeente als opdrachtgeefster zo veilig mogelijk zal kunnen
k\\ 'HBk