121
3e afd.
29 november 1973
3e a
Belastingobiecten. rr
J <5
Ten behoeve van de heffing zal moeten worden vastgesteld, wat als de 1<
afzonderlijk onroerend goed (het belastingobject) moet worden beschouwd.
Voor de gebruikersbelasting zal als afzonderlijk belastingobject moeten
worden aangemerkt een zelfstandig in gebruik zijnd (gedeelte van een)
onroerend goed. Het objeot vindt derhalve zijn grenzen in de kleinste een- De
heid, waarin een onafhankelijk en zelfstandig gebruik plaatsvindt. Het is aan
voor de heffing doelmatig deze afbakening ook te hanteren voor de be- In
lasting zakelijk gerechtigden. wor<
De
Belastingplichtigen. geer
Voor de gebruikersbelasting is belastingplichtig degene, die naar de laBti
omstandigheden beoordeeld bij het begin van het belastingjaar, al dan DeZ(
niet krachtens zakelijk recht, feitelijk gebruiker is. cirijf
Voor de belasting zakelijk gerechtigden is belastingplichtig degene, tore
die van het onroerend goed het genot heeft krachtens zakelijk recht en ti
als zodanig in het begin van het belastingjaar in het kadaster is op- min,
genomen.
Tarief. Min
Bij de bepaling van het belastingtarief, dient uiteraard de totale waarde tota
van het te belasten onroerend goed bekend te zijn. Dit zal pas het geval
zijn, nadat de waardeschattingen hebben plaatsgevonden. De
Door een globale benadering hebben wij deze waarde voor het eerste stra
heffingsjaar getaxeerd op 750.000.000,In 1
De verhouding van de belastingen terzake van onroerend goed tussen d'en
gebruikers en zakelijk gerechtigden is thans 1 1,77. Het komt ons aan- Min
nemelijk voor, dat deze verhouding in de loop van de jaren zal tenderen
naar het wettelijk maximum van resp. 12% en 15% van de algemene uit-
kering uit het gemeentefonds, dus 1 1,25. Het lijkt ons derhalve alles- W
zins logisch het tarief te bepalen op getallen, die tussen deze twee ver- toer
houdingen m liggen, n.l. 1 1,5. vrij
Bovendien achten wij het niet raadzaam de tarieven zodanig te stellen, reec
dat reeds in het eerste jaar het plafond wordt bereikt. won
Wij stellen u daarom voor het tarief voor de gebruikers vast te stellen vers
op 1 pro mille en voor de zakeiijk gerechtigden op 1,5 pro mille van de sten
waarde in het economisch verkeer. Hét
De opbrengst zal dan bedragen: dra,
Belasting gebruikers 750.000,.gro:
Belasting zakelijk gereohtigden 1.125.000,
f 1.875.000,—
De opbrengst van de terzake in 1974 ten behoeve van de ji
gemeente geheven belastingen kan worden geraamd op 1.450.000,tinj:
Hogere opbrengst 425.000,drij.
Dit bedrag dient verminderd te worden met de kosten, die aan de eerste jj
opzet van de belastingen verbonden zijn. Deze kosten schatten wij voor gen
1974 en 1975 te zamen op 100.000,
Voorts zal een gedeelte van de aanslagen direct of indirect ten laste a- 1
van de gemeente komen. Dit gedeelte schatten wij op 50.000,
Tenslotte is in de hogere opbrengst het normale accres begrepen door
bouw van woningen in de loop van 1974. b.
Voor de werkzaamheden van het rijk zal een nader te bepalen bedrag
verschuldigd zijn. Wij weten nog niet of dit bedrag hoger zal zijn dan de
thans verschuldigde vergoeding inzake de heffing door het rijk van grond- c-
en j>ersonele belastlng.
h)