121 3e afd. 29 november 1973 Tenaamstelling. Artikel 9. Indien met betrekking tot eenzelfde onroerend goed, hetzij ingeval van gelijksoortig gebruik meer dan één gebruiker, hetzij meer dan één genot- hebbende krachtens zakelijk recht kan worden aangewezen, wordt de aanslag gesteld ten name van een van hen met toevoeging van de af- korting „c.s.". 1. De belastingplichtige, aan wie niet in de loop van het belastingjaar een aanslag is opgelegd en evenmin een aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden binnen een maand na het verstrijken van het belastingjaar bij burgemeester en wethouders of een door hen aan te wijzen ambte- naar, een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aan- giftebiljet. 2. Het eerste lid is niet van toepassing, indien redelijkerwijze moet wor- den aangenoimen, dat over dat belastingjaar geen belasting verschul- digd is. Burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeente-ambte- naren aanwijzen, die in hun plaats treden met Ibetrekking tot de uit- voering van enige wettelijke bepaling 'betreffende de heffing van een in het artikel 1 bedoelde belasting. De verpliohtingen, als bedoeld in de artlkelen 47, 50 en 51 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen jegens burgemeester en wethouders, gelden mede jegens de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren der gemeentelijke belastingen. 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1974, met dien verstande, dat de in artikel 1 bedoelde belastingen zullen worden geheven met ingang van het bélastingjaar 1975. 2. Deze verordening kan worden aangehaald als „Verordening onroerend- goedbelastingen". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 november 1973. Verzoek om uitreiking aangiftebiijetten. Artikel 10. Machtiging tot overdracht van bevoegdheden. Artikel 11. Nakoming van verpliehtingen. Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel. Artikel 13. De secre'taris, De voorzitter,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1973 | | pagina 21