mgmek
^ÎS"
20 december 1973
316
Intussen bestaat in mijn fractie m.b.t. het voorstei tot het instellen van
een Rioolbelasting geen gelijkheid van inzicht doch ongetwijfeld zai de
dag van morgen mogeiijkheid bieden voor het houden van een open dis-
cussie dienaangaande.
Ik ga bij vorenstaande inkomstenanalyse bewust geheel voorbij aan
eventuele nadelige consequenties die de sinds enige maanden geleden
losgebroken energie-crisis met zich kan medebrengen; met deze calamiteit
kan geen enkel econoom en/of bestuur höe knap ook rekening
houden.
Het wil mij voorkomen dat de voor het volgende begrotingsjaar te ver-
wachten extra opbrengst ad 425.000,uit de Onroerend Goed Relasting
tot het instelien waarvan in de recente Mammoetvergadering van no-
vember werd besioten broodnodig zal zijn om uit de beruchte zone te
blijven en het zou mij niets verwonderen indien ook de vooralsnog onont-
gonnen gebleven marge die bedoelde belastingwetgeving vooralsnog biedt,
mede zal moeten worden aangesproken, om tot een sluitende begroting te
komen.
Een altijd ongewisse factor in een gemeentelijk beleid vormt uiteraard
de algemene-uitkering uit het gemeentefonds door de Rijksoverheid. Zo-
danige uitkering zal thans plm. 750.000,meer gaan beiopen dan voor
1973, doch wanneer men daarbij in aanmerking neemt dat de uitkering
in 1972 t.o.v. 1973 1.450.000,meer 'heeft beiopen dit is bijna het
duhbele dan ben ik geneigd aan te nemen dat het steeds meer gelden
opslokkende rijksoverheidsapparaat, de spoeiing voor de gemeenten steeds
dunner doet worden met alle gevolgen van dien. Dat een gemeentebestuur
in een zaak als deze volmaakt lijdelijk is, en bepaalde politieke opvattin-
gen mede aan zodanige ontwikkeling ten grondslag kunnen iiggen, maakt
de situatie alleen maar meer onzeker.
Een aigemene beschouwing waarin geen aandacht zou worden besteed
aan de Volkshuisvesting en meer speciaal het dienaangaande te voeren
beleid, zou mijn fractie als onvolledig beschouwen. Het college is een ge-
lijke opvatting toegedaan, getuige het feit dat men in de Nota van Aan-
bieding ruim aandacht aan dit zo uitermate belangrijke onderdeei van het
gemeentelijk beieid heeft besteed; mijn fractie heeft dit met voldoening
mogen constateren.
Maar liefst 22 vragen werden in de afdelingen over het thema „Volks-
huisvesting" gesteld en, alhoewel de dag van morgen ongetwijfeld vanuit
deze raad op bepaalde details van de beantwoording nader zal worden
ingegaan, meen ik niettemin toch wel te mogen stellen dat de relatief ge-
detailleerde wijze van beantwoording door het college mijn fractie de
overtuiging schenkt dat het college zeker niet heeft getracht zich er met
een „Jantje van Leiden" af te maken.
Zoals reeds opgemerkt, aanvullende informatie zal op bepaalde punten
ongetwijfeld nodig zijn; zo blijft b.v. de kwestie „308 flats Provinciënlaan"
voor mij bij voortduring een aantal vragen oproepen, mede op het vlak van
de aansprakelijkheid m.b.t. de vele bouwdeskundige euvels welke aan deze
relatief recent gereedgekomen nieuwbouw kleven, doch hierover gaame
morgen Mijnheer de Voorzitter.
Wanneer de binnenkort toe te wijzen 99 Woningwet huurwoningen in
de Geleerdenwijk evenveel soulaas bieden aan het principe van de door-
stroming dan zulks met de reeds vrijwel gereed gekomen 90 Premie koop-
woningen een feit is geweest, meen ik te mogen vaststellen dat de reeds
jaren gekoesterde wens met dit project nu eens werkelijkheid is geworden.
De pluimen voor de hoeden van het college en heren betrokken ambtenaren
liggen gereed Mijnheer de Voorzitter, doch mijn fractie wil tooh nog
gaame eerst even een definitieve opgave afwachten, alvorens tot het uit-
reiken van de toegedachte decoraties over te gaan!