20 decemfoer 1973 334 fasering kennelijk foij de burgerij als bijna ongeloofwaardig en onfoegrijpe- lijk is overgekomen, omdat een overheid geld steekt in iets dat zelfs nog niet in contouren een soort foeleid voorstelt, zelfs nog niet een foegin van een beleid, foehalve dan de zorg over enkele vraagstukken die foekend zijn ten aanzien van de Binnenweg, zoals onder andere het verkeer. De dis- cussie omtrent die prille fase heeft er toe geleid dat er zeker geen vaag- heid op de hearings is geweest, maar wel een veeikleurig palet en ook een vaststellen van een aantal zaken, die verschillende mensen, die nauw betrokken zijn bij de Binnenweg, bepaald niet als de gewenste toekomst ter plaatse zien. De heer Rücker heeft gesteld dat een ander aspect ook niet over het hoofd mag worden gezien, namelijk dat het hier gaat om een plan van een buitengewoon gecompliceerd karakter. In dit verband wil spreker in de eerste plaats ook namens het college stellen dat het college zich openstelt voor een nadere discussie in de commissie voor algemene bestuurszaken, om over het karakter van een hearing verder te spreken, hetgeen dan vooral zal zijn toegespitst op de vraag hoe verder gegaan zal worden in de relatie met de fourgerij. Dit is zeer belangrijk, omdat ongetwijfeld in de volgende fase enkele kenmerken van de eerste hearings niet meer aanwezig zullen zijn. Als namélijk de gegevens van het con- sumentenonderzoek, dat praktisch is afgerond en waarvan de afsluitende gegevens half januari in een rapport zullen zijn opgenomen, hun werking en inbreng zullen hebben gevonden in de nota van de stedebouwkundige, waarin onder andere ook het door de raad gevraagde en voor het college onmisbare werkschema zal zijn vervat, alsmede een aantal „beslissings- modellen", zoals de deskundigen dat noemen, waaruit de gevolgen van altematieven of van prioriteiten die de raad ten aanzien van het cen- trumplan stelt, duidelijk zichtbaar zullen zijn en waaruit imen dus kan zien dat bepaalde prioriteiten bepaalde gevolgen zullen hebfoen en ook het elimineren van bepaalde problemen elimineren in de zin van het niet behandelen ziohtbaar zullen zijn, dan zal de raad in de gelegenheid zijn om die nota met ,,beslissingsmodellen" men zou kunnen zeggen een keuzepakket met gevolgen te bespreken. De twee nota's, de verkeers- nota voor de Binnenweg en de gevolgen van de nota plus werkschema Binnenweg van de stedebouwkundige, zullen er zitten twee vakanties tussen die tot enige vertraging leiden volgens de planning, die het college met de stedebouwkundige heeft afgesproken, de raad half februari bereiken. Het college stelt zich voor om zo kort mogelijk daarna de voor- lichtende avond te hebben, waarbij het college sterk denkt de gemeen- schap heeft er recht op om van dichtbij mee te maken hoe een en ander verloopt -aan een openbare raadsvergadering. Naar aanleiding van hetgeen gesteld is over „brainstormen" merkt spreker op dat het college de discussies over de aanpak van bestuurlijke vragen en de discussies over de principiëie beleidslijnen gaame zou zien bij de begrotingsbehandeling. Het is natuurlijk niet zo dat het college daarmede in de toekomst zou willen uitsluiten dat het over bepaaide eventueel gecompliceerde zaken, hetgeen bijvoorbeeld op het terrein van de cultuur kan zijn, zich voorshands tot toezegging van nota's bij een be- grotingsbehandeling zou beperken. Inzake de opmerking over de appendix zegt spreker dat als men een „appendix" kwijt is, er zelden heimwee naar zo iets bestaat. Het college wil dan ook zijn oordeel, of er volgend jaar weer een appendix zou moeten komen, opschorten tot na deze begrotingsbehandeling. De bezorgdheid van de heer Rücker over het aantal vragen is ook bij het college uiteraard begrijpelijk overgekomen. Het college hoopt dan ook dat de raad de des- betreffende door de heer De Ruiter „op de komel" genomen zinsnede wil zien in de context waarin deze foedoeld is, namelijk dat teveel detail- vragen de discussies omtrent principiële en hoofdbeleidslijnen kunnen schaden. Ten aanzien van ,,brainstorming" merkt spreker verder op

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1973 | | pagina 31