desüi^ heeft âemaakrârf^1^!^11 6611 opmerkin& die de heer De Ruiter
heeft gemaakt, of de heanngs met hun doel voorbii schieten
335
20 december 1973
deLbaâreziinetom^mf l°l c°nîercntieS^ichte ook andere methoden
J, u ets te bereiken, misschien ook wel min of meer in
de geest zoals de heer Van Tongeren dat ook wel eens heeft bedoeld
doordat daarbij natuurlijk een grote geschakeerde groep mensen aanwezié
is, zoals belanghebbenden, belangstellenden, en natuurliik mensen met
specifieke deskundigheden. Men zou dan kunnen denken aan het biiTen
brengen van deskundigen m werkgroepen, die bijvoorbeeld te benaderen
zijn vanuit plaatseiijke politieke partijen die hun leden kennen om on die
wijze bepaalde zaken in werkgroepen verder te bediscussiëren Het is naar
epn ^r?.eel van het colleg:e bepaald niet ondenkbaar dat dit bijvoorbeeld
een stadium zou zijn dat niet zou misstaan voordat de hearings weer wor-
den gelanceerd. Spreker meent echter dat de zaak al of niet een conferen-
tieoord niet eens een principiële betekenis kan hebben.
Spreker meent dat de heer Van den Briel begrepen zal hebben dat het
,,neutrale voorzitterschap naar het oordeel van het college juist ook iets
te maken heeft gehad met het karakter van de soort hearing over het plan
?mnen7/ m dfe fa*e- Wellicht zou de heer Van den BneMn andere
fasen zelfs met kunnen accepteren als een voorzitter van een college of
een hd van een college, als neutrale voorzitter ging fungereâ want va^k
1S m md?rdaad 20 dat- al is bet maar een ontwerp-schets die in de raad
wordt bediscussieerd, het college wel degelijk de meningen kent niet alleen
van zichzelf, maar ook van de fracties, en dan is de neutrale voorzitter
met bepaald een figuur waarop men zit te wachten. Spreker betreurt als
zwakiieid^ dat hlj "f voldoende dat is dan een menselijke
zwakheid heeft kunnen overbrengen dat het hier ging om een plan
^aar met alleen de voorzitter, maar ook het college, de raad en elk ander
beleidsorgaan.vrij stond tegenover de materie. Spreker had alleen de taak
ne mttmg m te leiden, waarbij hij van de stedebouwkundige heeft ge-
zegd dat hier een planoloog staat die eveneens „vrij" staat doch dat deze
schets uiteraard geen uiting is van planologische waanzin; het plan is een
planolog'ische conceptie, waar de stedebouwkundige zich echter niet aan
heeft verkocht. De stedebouwkundige heeft het college gezegd dat de wijze
waarop hij de nota en het werkschema nu opzet, door hem welbewust
uit een zodamge hoek wordt gekozen, dat de gedachte van het toe-
redeneren naar de eerste schets niet kan ontstaan. Hij wil daarmee per sé
ook met geidentificeerd worden, omdat hij uiteraard alles op zich heeft
laten mwerken en een aantal zaken, zoals veiligheid, bereikbaarheid
economische gang van zaken in het hart van de gemeente, enzovoort weer
eens op een rij heeft gezet om te zien waar dat toe leidt. En,zoals
spreker reeds heeft opgemerkt, dat wordt verder zo ingepakt dat de
raad bepaalde modellen rnet bepaalde prioriteiten tot bepaalde keuzen en
eventueel overboord gooien van bepaalde zaken zou kunnen besluiten. De
cornmissie voor algemene bestuurszaken zal zich verder over het soort
raadpleging beraden. Eén van de fractievoorzitters gebruikte de woor-
..dispuut" en „hearing". Spreker merkt daaromtrent op dat de hearina
op zich met voorbij hoeft te schieten aan zijn doel, en niet onder de maat
hoeft te bhjven als deze inderdaad datgene heeft opgeleverd waar men hem
voor bêlegd heeft, namelijk dat zoveel mogelijk uitgekristalliseerde, na-
tuuriijk wel eens ongenuanceerde, meningen naar voren komen die in de
burgenj leven De hearing is niet veroordeeld door het feit dat er mensen
hebben gesproken zonder dat zij in dispuut gingen met wie dan ook
Spreker merkt voorts op dat de raad weet dat er in het verleden in
het college bepaald niet ongenuanceerd afwerend werd g-edacht als erote
belangen, of door Amsterdam geachte grote belangen, aan de orde waren.
Spreker meent dat er in het college en ook in de raad, de bereidheid was
om eens over de schutting te kijken en zich voorzichtig op te stellen als