337 20 december 1973
de.!°edrijven volgend jaar winst zullen maken is
atuurlijk onder de huidige situatie, waar men totaai niet weet wat er zal
gaan gebeuren, een open vraag. Het is zelfs de vraag of er wel enige winst
z0n. Er zijn twee redenen aan te wijzen waardoor het het volgend iaar
moeüijk zai worden om de toegroting sluitend te maken. In de eerste
f vo?r^let dat er een algemene kostenstijging zai zijn, waar geen
directe middelen tegenover staan. Maar wat veel erger is, spreker voorziet
ook dat de bronnen rnt het gemeentefonds langzamerhand zullen afnemen.
Het îs nameiijk zo, dat vele gemeenten, die met bijzondere lasten zitten
steeds maar een beroep doen op een extra uitkering uit het gemeente-
fonds, waar dan door de rijksoverheid aan wordt toegegeven onder het
mom van verfijnmgen, hetgeen echter wel betekent dat de rest, die niet
voor verfijmng in aanmerking komt, een kieiner deel van de p'ot krngt
Want de verfijnmgen die toegekend worden, komen niet uit de algemene
middelen van het njk, maar uit de middelen van andere gemeenten, want
het gemeentefonds heeft zijn maximum waaruit de verdeling plaatsvindt
Als dus een aantal gemeenten meer krijgt, dan krijgen de gemeenten die
met voor verfijmng in aanmerking komen, minder. Het college heeft
helaas nog mets kunnen vinden op grond waarvan Heemstede ook aan-
spraalt zou kunnen maken op een verfijningsuitkering. Belangriik is wel
dat de onroerend-goedbelasting weer meebrengt voor vele gemeenten
dat zij recht krijgen op een extra uitkering uit het gemeentefonds!
Spreker denkt hierbij aan de landbouwgemeenten, die door de vrii-
stellmg van landbouwgronden een geringe opbrengst onroerend-goed-
Deiastmg hebben, maar daarvoor een compensatie krijgen uit het ge-
meentefonds, hetgeen dus weer mede ten laste van de begroting van
daf fonds komt. Toch is spreker over het geheel nog niet zo pes-
simistisch, want ondanks het feit dat het al jaren lang moeilijk ieek
om de begroting sluitend te krijgen, is dat tot nu toe nog steeds gelukt.
Voor dit jaar is dat dus wederom mogelijk gebleken, maar volgend jaar
zullen we geen bijzondere middelen hetoben en daarom is het goed dat er
volgend jaar beschikt kan worden over de onroerend-goedbelasting, waar-
d°or <ie 450.000,—, die nu verwacht wordt, dan direct nodig is, en spreker
vreest dat de meerdere ruimte die er nog inzit, ook nodig zal zijn In dat
verband merkt spreker op dat hij de rioolbelasting een noodzaak vindt om
voor 1975 tot een sluitende begroting te komen.
Naar aanleiding van de opmerking van de heer Van Tongeren dat bij
hem de mens steeds voorop staat, merkt spreker op dat het altijd moeilijk
is om de mens te zoeken achter een begroting, want men moet in dit ge-
val niet zoeken naar de mens, want achter elk cijfertje in de begroting
staan één of meer mensen. Als voorbeeld stelt spreker dat als de heer
Brandsma om gymnastieklokaien vraagt, het dan niet zijn bedoeiing is om
mooie getoouwen neer te zetten, maar dan denkt hij aan de kinderen die
gymnastiekonderwijs moeten hebben.
De heer Van den Briel heeft de moeilijkheden naar voren gebracht waar-
door de gastarieven in zekere zin mede afhankelijk zijn geworden van de
Prljs van de olle- ^ls de prijs van de oiie omhoog gaat, dan zou de prijs
van het gas ook omhoog gaan. Spreker heeft hedenavond in de krant ge-
lezen dat de minister dat toch wel wilde doorbreken, maar spreker zie*
dat nog niet zo positief
Spreker is met de heer Rücker van mening dat wij bezig zijn met het
opmaken van de oude kous. Wij hebben inderdaad voor onze investeringen
altijd kunnen putten uit de opbrengsten van de verkoop van gronden, maar
daar kunnen we niet meer uit putten. Wat het verzorgingsniveau betreft
meent spreker, dat het bij steeds oplopende kosten en minder opbrengsten
uit 110gemeentefonds, moeilijk zal zijn om het verzorgingsniveau te
handhaven en daarom vreest hij dat het moeilijk zal zijn om dan nog het
verzorgingsgebied uit te breiden. Ook het aanpakken van nieuwe gemeen-