20 december 1973
348
waarin wordt gewerkt, dat spreker meent dat dit een rechtvaardiging is
van de groei naar de absolute noodzaak van subsidie. Natuurlijk is dit
een eer van d.e kerk, hoewel spreker meent dat de kerk niet van een eer
als zodanig spreekt. Overwogen moet worden dat men alleen nog maar
spreekt over subsidiabele lasten en niet over alle lasten, en daarin zit altijd
nog een verschil van ongeveer 10%. Spreker zal daar morgen nader op
ingaan.
Spreker doet een dringend beroep op de wethouder voor planologie om
met de raad verder te gaan nadenken over het vraagstuk van de aange-
paste wijken, in die zin, dat we toch eens gaan beseffen dat we de auto
over ons heen hebben laten komen in een sohrikwekkend tempo. Op de
autoloze zondagen in 1956 reden er 300.000 auto's op de Nederlandse
wegen. Thans zijn het er 3.000.000. Daarom moeten we de bereidheid heb-
ben om ons althans bewust te zijn, dat het schema van trottoir, par-
keerstrook, rijweg- rijweg, parkeerstrook, trottoir, wel eens verouderd kon
zijn. Dat er ook wel eens heel andere dingen zouden moeten kunnen
gebeuren. Waarom zou de straat, de opvanger van het verkeer, nu aitijd
hetzelfde moeten blijven, terwijl het verkeer zich zelf drastisch wijzigt.
Spreker zou graag willen dat hier eens wat verder en wat dieper op kon
worden ingegaan, temeer daar men daarmede werkelijk geen profetische
taal spreekt, maar een taal, waarvan spreker weet dat die al vele malen
op een bijzonder boeiende manier in de praktijk is gebracht.
Spreker steunt de heer Rücker volledig in zijn opmerking over „fpen-
rode", ook sprekers fractie is bepaald niet rijp voor enige aantasting van
dit landgoed.
De heer Van den Briel was de enige van de vijf fractievoorzitters die
ditmaal wat meer politiek vuurwerk afvuurde. Wat spreker altijd bij de
heer Van den Briel treft, als hij aan politieke beschouwingen bezig is, dat
is de tegenstelling tussen het politieke gedeelte van zijn betoog en zijn na-
dere uitwerking naar de praktische politiek voor de gemeente Heemstede.
Het politieke betoog aanhorend, bekruipt spreker het gevoel dan wel niet
met Hans Wiegel in eigen persoon te doen te hebben, maar dan toch wel
met een heel nadrukkelijk navolger daarvan. Komt hij dan echter op de
praktische politieke zaken van alle dag, dan blijkt er ineens een grote mate
van overeenstemming ook met de andere fracties te zijn. Dan is er een
normale openheid over vrijwel ieder onderwerp. De heer Van den Briel
vecht polarisatie van de Partij van de Arbeid aan, maar is eigenlijk zelf
bezig te polariseren. Hij spreekt Hans Wiegel na over de olieboycot. Hij doet
alsof maatschappijvernieuwing iets is haast een vloek gelijk, alsof onze
maatschappij inderdaad haar ideale vorm bereikt zou hebben. Spreker
meent dat men zoiets nooit mag beweren. Het geluid dat bij spreker over-
komt, is het geluid van de zelfgenoegzame samenleving en dat treft hij
niet aan in de rest van het betoog van de heer Van den Briel, waar hij zich
met ons allen zorgen maakt over de grote problemen die er liggen.
De heer Van Tongeren was blij verrast om te horen dat de V.V.D. in
januari een toijeenkomst gaat houden over het plan Binnenweg-Blekers-
vaartweg „Laten we wel wezen". D'66 heeft enkele jaren geleden ver-
schillende hoorzittingen gehouden, waarbij aan D'66 de meest vreemde
verwijten werden gebracht door dezelfde VVD, toijvoorbeeld dat deze fractie
daarna slechts de burgerij napraat. Nu gaat de V.V.D. het zelf ook doen;
spreker is daar verheugd over en hoopt dat de V.V.D. zich nu ook voor een
open democratie gaat inzetten. Sprekers fractie is overigens wel vsm plan
om het college een nota aan te bieden medio januari over de in-
spraakprocedure van het plan Binnenweg-Blekersvaartweg. Zijn fractie is
over de thans gevolgde aanpak niet tevreden.
Spreker kan zich verenigen met het gesprokene door de heer Van den
Briel over een meerjarenplan voor de renovatie. Sprekers fractie is altijd