20 december 1973
350
is geweest, in de gelegenheid stelt hun standpunt met betrekking tot de
wegenstructuur nader toe te liohten, verzoekt aan het college" enzovoort.
De heer Van den Briel meent dat dit ook de bedoeling van de motie was.
Indien de reactie van de voorzitter wat meer doeltreffender is, gaat spreker
met de voorgestelde tekst akkoord.
De voorzitter constateert dat de motie van de heer Van den Briel c.s.
zonder hoofdelijke stemming is aanvaard.
Inzake de hoorzittingen merkt spreker op dat hij reeds namens het
college heeft toegezegd dat in de commissie voor algemene bestuurszaken
de aanpak van de hoorzittingen zal worden besproken in context met de
Binnenweg, maar eventueel ook in breder kader, zoals de heer Van den
Briel dat ook heeft toegelicht in tweede instantie.
Wat betreft het openbaar vervoer zegt spreker dat de N.Z.H. met het
college contact heeft gehad over het opvangen van de gevolgen van de
autoloze zondag. De kwestie van de verbinding van Heemstede-zuid met
het station is in een eerder stadium al eens bepleit, onder andere via de
verkeerscommissie, en bij de N.Z.H. voorgeibracht. Er is echter alle aan-
leiding om bij de N.Z.H. over dat punt opnieuw te gaan praten.
Inzake de milieucontroleur zegt spreker dat hij dagelijks kennis neemt
van de rapportage van de politie en van de heer Krol, de milieucontroleur
Als de eerste tekenen niet bedriegen dan gelooft spreker dat de gemeente
met de aanstelling van deze eontroleur een heel goed schot heeft
geschoten.
Zoals de heer Verkouw reeds heeft toegezegd zal de commissie kennis
dragen van de rapportage van de milieucontroleur en zuilen ook de in-
structie en taakomschrijving in de commissie worden besproken, en moge-
lijk daarna in de raad.
Tot de heer Van Tongeren zegt spreker, waar de heer Van Tongeren
spreekt over daden van het college onder andere op het terrein van het
verkeer, wijkbehandeling, enzovoort, dat juist uitgerekend de reden waar-
om de heer Streefkerk, de verkeersdeskundige, zo hard heeft gewerkt en
de laatste hand aan het leggen is aan de eerste fase van het verkeers-
structuurplan, gelegen is in de omstandigheid dat dit het materiaal is dat
de raad bij zijn kredietvotering als noodzakelijk te kennen heeft gegeven.
Dus spreker meent dat het college, naar gelang het stadium van de daden,
die getoetst en gelegd kunnen worden naast de wetenschappelijke benade-
ring, daarvan gebruik maakt.
Inzake de stafmedewerker stelt het college zich op dit moment op het
standpunt, waarbij het college natuurlijk ook denkt aan de exteme ad-
viseurs en hun staven, dat een en ander goed loopt, en dat het dus geen
behoefte heeft aan een coördinator in de zin zoals door de heer Van
Tongeren wordt bepleit.
De kwestie van de werkgroepen acht spreker zeker een punt dat ook
verdient in de commissie voor algemene bestuurszaken aan de orde te
komen in de hele context van hoe we de stof verwerken en brengen bij de
burgerij, en om het weerwerk te stimuleren dat van de burgers mag wor-
den verwacht.
Wethouder Van Ark merkt op dat het de bedoeling is om met de gym-
nastieklokalen in de Geleerdenwijk wat te gaan schuiven, waardoor er
ook wat ruimte komt in andere gymnastieklokalen, wat dichter bij huis
voor de kinderen van de Crayenesterschool.
Inzake de schooladviesdienst heeft spreker niet gesproken over con-
currerend, maar van rivaliteit. Hij gelooft dat het in wezen op hetzelfde
neerkomt als men stelt dat men van elkaar een afweging krijgt wat men
kan doen. En dat gebeurt inderdaad ook wel in overleg.