132
3e afd.
21 december 1973
HEFFING RIOOLRECHT
De Raad der gemeente Heemstede;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 277 van de gemeentewet;
BEISLUIT:
vast te stellen de volgende
VERORDENING OP HEFFING VAN RIOOLRECHTEN IN DE
GEMEENTE HEEMSTEDE.
Artikel 1.
Wegens gebouwde eigendommen en daarbij behorende erven, welke voor
de afvoer van hemelwater, afvalwater, faecaliën en of dergelijke, direct
of indirect zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering, wordt krachtens
artikel 277 van dt gemeentewet onder de naam van rioolrecht een dirécte
belasting geheven.
Artikel 2.
1. Belastingplichtig is hij, die op 1 januari van het belastingjaar van een
eigendom, bedoeld in artikel 1, het genot heeft krachtens zakelijk
recht.
2. Als genothebbende wordt aangemerkt hij, die bij het begin van het
belastingjaar als zodardg bij het kadaster bekend staat, tenzij blijkt dat
op dat tijdstip een ander de genothebbende krachtens zakelijk recht
was.
Artikel 3.
Het belastingjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december.
Artikel 4.
Hij, die nâ 1 januari ophoudt genothebbende te zijn in de zin van artikel
2, is niettemin de belasting over het gehele belastingjaar versohuldigd,
behoudens het bepaalde in artikel 8.
Artikel 5.
Voor nieuw gebouwde eigendommen, die nä 1 januari tot bewoning of
gebruik geschikt worden, is over dat jaar geen belasting verschuldigd.
Artikel 6.
1. De belasting wordt geheven naar de belastbare opbrengst van de ge-
bouwde eigendommen en de daarbij behorende erven, aangegeven in
de kadastrale leggers.
2. Voorzoveel de belastbare opbrengst van de eigendommen niet is aan-
gegeven in de kadastrale leggers, wordt deze, op kosten van de ge-
meente, geschat in verhouding tot de belastbare opbrengst van andere
eigendommen van dezelfde of meest nabijkomende soort.
Artikel 7.
1. De belasting bedraagt 5% van de in artikel 6 bedoelde belastbare
opbrengst.
2. Bij de berekening van de aanslagen worden waarden van minder dan
een gulden naar boven afgerond.