144
4e afd.
21 december 1973
WIJZIGING VLEESKEUBINGSVEBORDENING
Heemstede, 11 december 1973.
Aan de Raad,
Ingevolge artikel 5 van de gemeenschappelijke regeling inzake de vlees-
keuringsdienst c.a., vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 1958, nr.
161, is de vleeskeuringsverordening voor de gemeente Heemstede gelijk
aan die voor de gemeente Haarlem.
Bij besluit van de raad van Haarlem dd. 20 juni 1973, nr. 208, is de
vleeskeuringsverordening voor die gemeente gewijzigd; de wijziging is
door gedeputeerde staten goedgekeurd op 6 november j.l.
Aan het terzake door burgemeester en wethouders van Haarlem aan de
raad gedane voorstel ontlenen wij het volgende.
„Sinds de inwerkingtreding van de Vleeskeuringswet is de vleeskeu-
ringsdienst in de gemeente Haarlem belast met de veterinair-hygiënische
keuring van slachtdieren, vlees en vleeswaren.
De vleeskeuringsdienst is niet alleen belast met de preventieve keuring,
ook de repressieve keuring behoort tot zijn werkterrein.
De preventieve keuring vindt plaats op het abattoir. Vöör het slachten
worden de dleren gekeurd; na het slachten het vlees ervan.
De repressieve keuring geschiedt in de inrichtingen, bedoeld in artikel
23 van de vleeskeuringsverordening. Zij is gericht op de naleving van de
hierop betrekking hebbende bepalingen van de Vleeskeuringswet en de
Destructiewet. Ten behoeve van het repressieve toezicht voerde de vlees-
keuringsdienst vöör 1961 gemiddeld 2000 controles per jaar uit. Na 1961
is dit aantal zeer sterk gestegen. Het groter aantal controles hangt imede
samen met de inwerkingtreding van het Vestigingsbesluit Levensmiddelen-
bedrijven, waarbij wordt bepaald, dat van dat moment af ook in de super-
markten, kruidenierswinkels, zuivelhandels, groentenzaken, enz. vlees en
vleeswaren mogen worden verkocht. Voor de vleeskeuringsdienst houdt
dit in dat er in de keuringskring Haarlem controle moet worden uitge-
oefend in meer dan 1000 zaken, de restaurants en snackbars inbegrepen.
Inmiddels zijn, zoals ook is gesteld in de Volksgezondheidsnota 1966,
de voorschriften voor de controle verscherpt. Zij zullen in de nabije toe-
komst nog verder worden verscherpt, waardoor het noodzakelijk zal zijn
de repressieve keuringen nog meer te intensiveren en daarbij over te
gaan tot gebruikmaking van moderne laboratoriummethoden en huip-
middelen. De dienst zal de outillage van zijn läboratorium dan moeten
uitbreiden. Deze intensivering zal mede noodzakelijk zijn wanneer, zoals
wordt verwacht, tot afschalfing van de nadere keuring van buiten de
vleeskeuringskring aangevoerd vlees wordt overgegaan (artikel 8).
Als gevolg van het vorenstaande zijn de kosten van de vleeskeurings-
dienst in het verleden reeds sterk gestegen en is een verdere stijging in
de toekomst nog te verwachten. In het verleden werden deze kosten ge-
financierd uit de op het openbaar slachthuis geheven keurlonen. Dit was
een logisch gevolg van het feit, dat de aankoop en slachting van het vee,
alsmede de verkoop van het vlees in één en dezelfde hand berustten, nl. de
slager. Gedurende de laatste jaren is evenwel de groothandel in vlees
steeds verder tot ontwikkeling gekomen. De situatie is thans zo, dat de
overgrote meerderheid van de slagers niet meer zelf slacht of laat slach-
ten, maar het vlees van de vleesgrossiers betrekt.
Op grond van deze structurele wijziging achten wij het billijk voortaan
de kosten van de repressieve keuring in rekening te brengen aan de cate-
gorie die van deze diensten rechtstreeks gebruik maakt.
De Vleeskeuringswet biedt daartoe de mogelijkheid en wel door middel
van de heffing van een zgn. keurloon.
