149
2e afd.
21 december 1973
en overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 zal hebben voldaan, zal hij
aan geldgever betalen, als boete, een bedrag gelijk aan negen prooent per
jaar van het achterstallige bedrag over de tijd vaji de nalatigheid.
Het onafgeloste deel van het bedrag van de lening is, met de rente en de
kosten, onmiddellijk opeisbaar bij niet-nakoming door geldnemer van één
of meer van de in deze akte vermelde bepalingen of aangegane verbinte-
nissen, tenzij geldnemer, na door geldgever aan zijn verplichtingen te zijn
herinnerd, alsnog binnen veertien dagen na ontvangst van die herinnering
het verschuldigde, vermeerderd met de boete, voldoet en/of zijn overige
verplichtingen alsnog nakomt.
Geldnemer zal in gebreke zijn door het enkele feit van het voorvallen van
het in het vorig lid bedoelde geval van onmiddellijke opeisbaarheid, alsof
hij bij bevel of andere soortgelijke akte in gebreke was gesteld.
Artikel 7.
De belastingen, die van de rente van de lening geheven mochten worden,
komen ten laste van geldnemer.
Alle kosten en rechten van deze akte, van de schuldbekentenis en van de
maatregelen, die geldgever mocht nemen tot behoud of voor de uitoefe-
ning van zijn uit deze overeenkomst voortvloeiende rechten zijn voor
rekening van geldnemer.
Artikel 6.
Artikel 8.
Heemstede, 21 december 1973.
De Raad voornoemd,
De secre^taris,
De voorzitter,