9 Hij vraagt of ook in het raadhuis 50% van de energie verioren gaat, en vraagt of ten aanzien van dit soort gebouwen kan worden bekeken wat daaraan te doen valt. Hij meent dat als wij zelf geen maatregelen tref- fen in onze eigen gebouwen, dit dan een slecht voorbeeld is voor de burgerij Wethouder Van Wijk brengt naar voren dat is opgemerkt dat er mis- schien liier en daar nog wel iets zou kunnen gebeuren dat besparend en bezuinigend werkt, waardoor zo min mogeiijk energie verloren gaat. Spreker vindt dat een moeilijke zaak. Toen hij laatst met diverse men- sen sprak over isolatie van woningen zei iemand: tocht is frisse lucht. Ook dat is natuurlijk een opvatting. Op dit terrein liggen zeer veei problemen. Overigens dient men te bedenken dat het natuurlijk ook met de bedoeling kan zijn om alles af te siuiten. Bij isolatie heei t men ook te maken met vocht, met woongewoontenmet persoonlijke srnaak, en nog veel meer punten die men niet mag vergeten. Verder merkt spreker op dat het hem wii voorkomen dat dit een iandelijke zaak is. Er worden voor onderzoekdoeleinden miilioenen uitgegeven aan universiteiten, aan T.N.O., enzovcort. Spreker meent dat het dan bepaald niet op de weg van welke gemeente dan ook ligt, en zeker niet vooreen gemeenteals Heemstede, om enkele huizen naast elkaar van verschillend isolatie- materiaai te gaan voorzien, en daarin dan thermometers aan te brengen. Overigens kan men dan nog niet nagaan hoe de woongewoonten van de bewoners zijn. Spreker ziet daarom in gemeenteiijke experimenten be- trekkelijk weinig en vindt dit meer een landelijke zaax die wetenschap- pelijk moet worden aangepakt en gefinancierd uit de honderden millioenen die aan dergeüjke zaken worden besteed. Men zou trouwens kunnen stellen dat dit bijna een internationale zaak is, want men zal dit probleem toch ook moeten benaderen door woningvergelijking met het noorden, bijvoor- beeld Zweden. Daaruit moet het een en ander zijn op te maken en moet te bundelen zijn zonder dat Heemstede in éën of ander straatje een experi- ment begint op dit punt. Dit alles neemt echter niet weg dat ook wij wellicht het een en ander kunnen doen, en zo kan het college bijvoor-^ beeld aan de bouwverenigingen vragen om bij renovering junst deze kant van de zaak goed te bekijken. Er zijn elders_al experimenten geweest om tussen de spouwmuren het een of ander te spuiten, hetgeen echcer meer bleck te geleiden dan te isoîeren. 0f het voorlichten van particulieren veel resultaat zal hebberi betvnj- folt spreker. Particulieren die woningen verhuren en nog steeds gebonden zijn aan de Huurwet, oncvangen een huur die niet eens een zekere rente geeft; bij het voorlichten van deze mensen praat men niet tegen dovemansoren maar waarschijnlijk tegen "arme oren". De gebouwen voor openbare diensten worden zo goed mogelijk gebouwd. Spreker meent dat de ramen over het al- gemeen vrij goed sluiten en dat er ook op het hang- en sluitwerk geen aanmerkingen zijn gemaakt. Hij vraagt zich wel af wat voor voorbeeiden we moeten geven. Men zou overdag de gordijnen kunnen sluiten, maar ook dat kost dan weer energie. Daarom meent spreker dat het moeilijk îs om reëel aan te geven wat v;e als voorbeeld aan de burgerij kunnen geven. Hij geiooft dat deze zaak ons ailer aandacht mcethouden en wie op dit terrein iets aan kan dragen is welkom. Overigens is spreker verheuad dat deze zaak in beweging is en dat onze aandacht door welke oorzaak dan ook hierop gericht is geworden. Hij hoopt dat er iets goeds uit voortkomt. 28 februari 1974

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1974 | | pagina 9