1ichting hierin tevens een belangrijke rol vervult.
Als schaai- en plekvormend element is tussen de woningen het afwate-
ringssysteem gebruikt. Dit systeem is gerelateerd aan plantelementen
en aan de wat meer geconditioneerde speelplekken.
Behalve de rijweg, die uit een oogpunt van verkeersveiligheid van een
andere kleur en een ander materiaal is, zou het totale gebied uit grij-
ze tinten variërend van licht- tot anthracietgrijs moeten zijn om op-
timale aansluitingsmogeiijkheden te krijgen op kleuren en materialen
van de bebouwing.
Contrasterend hiermee zijn, door het hele wijkje, houten elementen ge-
bruikt, zoals balken en palen die duidelijk primaire functies hebben,
maar door hun hoogte en afmetingen ander gebruik toelaten of uitlokken.
Het g^en heeft in eerste instantie tot doel natuurlijke indrukken aan
te dragen, terwijl het voorts van groot belang is, als klimaatverbete-
rend en schaalvormend element.
Bij de boomplaatsing is in hoofdzaak gestreefd naar contrasten tussen
°Pen en dicht - licht en donker, en in mindere mate naar ruimteonder-
steuning of ruimtevorming.
Ook hierbij is het belangrijk dit uitgangspunt te relateren aan de nog
te ontwerpen openbare verlichting.
Hoewel het iedereen duidelijk zal zijn dat spel niet inherent is aan
speelplaats en lopen niet aan pad, en evenmin een grotere speelruimte
meer spel betekent, heeft de stedebouwkundige er toch behoefte aan te
wijzen op een drietal groene ruimten van de grootten van ca. 750 m2,
1500 m2 en 2100 m2 welke in het plan voorkomen op voor spelen geschikte
plekken.
Behoort bij raadsbesluit dd. 30 mei 1974, nr. 58.
De voorzitter,