3.0 mei 1974
hij er niet op stond dat deze zaak, die spreker hoog opneemt om redenen
die de heer Jager bekend zullen zijn - die uiteraard geen persoonlijk
karakter dragen - eenvoudig uitgesproken wordt in die zin, dat spre<er
zijn standpunt duideiijk in de raad moet kunnen mededelen Daarnaast îs
er geen enkel bezwaar tegen dat in de commissie voor openbare orde en
veil igheid deze zaak ook aan de orde komt. fnanP.
De heer Jaqer heeft het hoe en waarom van zijn vraag în de nach„ toege
licht. Bij spreker kwam een en ander aldus over dat een zeer boze, ver-
ontwaardiqde, quasi bevoegd optredende meneer Jager nem tot stoppen
bracht. Spreker zegt uitdrukkeiijk "quasi" want daarac ter - an nu omt
hij op de positie van het raadslid - zit die bezorgdheid waar hij al
eerder over heeft gesproken. Wat betreft de brute weigenng heeft spre<er
uiteengezet hoe de kommunikatie naar buiten die avond was ?ere9^°-
Spreker heeft zich in het kader van de werkzaamheden van dienacht
den aan een duidelijke interne regeling, die de heer Jager met
hoefde te zijn.
De heer De Ruiter heeft niet bedoeld te zeggen dat hij er bezwaar
teqen heeft F1 s vragen gesteld worden vanuit poiitneke achtergronden
Hij heeft er alleen bezwaar tegen gehaddat ze dan als objektieve vr g-
stellinqen gepresenteerd worden en dat is natuurlijk een andere zaa
Hij heeft bedoeld te zeqgen dat deze vraagstel 1 ing objekt^ef mag Hjken,
maar terdege politiek geladen is en als zodanig voelt hij zich dai ook
gerechtigd om vanuit zijn politieke overtuiging daar een antwoord op ce
Voorts merkt spreker op dat de overeenstemming die aan het eind van deze
iriterpellatie is ontstaan, bijna zo roerena ,is te noemen dat hij zi^h
afvraagt of interpellatie hier als middel met op zijn zachtst gc^egd wOL
onvoorzichtig is gebruikt.
De heer Jager merkt op dat hij zich er niet van bewust is dat hij de
burgemeesterTööV het al geopend zijnde portierraam op emgerlei wijze
heeft kenbaar gemaakt dat hij als lid van de raad îets wilde vragen.
Pas op het moment dat de burgemeester mededeelde dat hij met bereid was
om een antwoord te geven, heeft spreker gezegd dat hij het zo verve.end
vond als hij dat dan via de raad zou moeten doen. Spreker heeft wel v a
één van de politie-ambtenaren die buiten stond gevraagd of hij zou willen
doorgeven dat de heer Jager, met ais nadere aanduiding: het raads 1
Jaqer, graag met éën van de verantwoordelijke funktionarissen zou willen
spreken. Wellicht dat de burgemeester ook daardoor tot zijn konklusie
Wat betreft de konklusie van de heer De Ruiter dat de interpellatie eigen-
lijk niet op zijn plaats is geweest omdat hij een zo roerende eensgezind-
heid konstateert, merkt spreker op dat er twee duidelijke en wezenlijke
verschilpunten zijn. Hij is van memng dat de burgemeester bij zijn margi
nale toetsing nadrukkelijk had moeten betrekken het oordeel van de geeste-
lijke volksgezondheid, omdat hij meent dat nn een konflikt als w^rvan
hier sprake is, het zeer goed mogelijk was dat hetbestuur, hoe men dan
verder ook denkt over dat bestuur, zijnde een partij in het ko"f^kt, een
andere afweging van een dergelijk advies zou plegen dat het wat °"^hanke
lijker staande hoofd van de politie. Ten tweede heeft spreker gesteld dat
hij, anders dan de burgemeestervan memng is dat de burgemeesuer ze,
de officier van justitie toch had moeten vragen of pogmgen had moeten