2
11 juni 1974
De voorzitter geeft hierna de raadsleden gelegenheid met de heer
Streefkerk te discussiëren over het rapport eerste fase en over het-
geen de heer Streefkerk zojuist naar voren heeft gebracht.
Nadat de raadsleden over het algemeen gedeelte van het verkeers-
rapport en over de prioriteitskeuze met de heer Streefkerk gediscus-
sieerd hebben, stelt de voorzitter aan de hand van de conclusies van
de verkeerscommissie aan de orde de keuze van de prioriteiten.
Keuze 1. Voor het interne verkeer.
De keuze tussen:
een structuur waarbij de rechtstreekse verbindingen tussen de woonge-
bieden voor langzaam verkeer prioriteit krijgen boven andere verbin-
dingen,
en:
een structuur waarbij de rechtstreekse verbindingen tussen de woon-
gebieden voor het snelverkeer moeten (blijven) bestaan.
Spreker deelt mede dat de verkeerscommissie heeft aekozen voor:
een structuur waarbij de rechtstreekse verbindingen tussen de woon-
gebieden voor langzaam verkeer prioriteit krijgen boven andere ver-
bindingen. Spreker deelt mede dat de verkeerscommissie nog de anno-
tatie heeft gemaakt: dit sluit niet uit dat verkeer voor auto's ook
mogelijk blijft.
Zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich met de keuze
van de verkeerscommissie.
Keuze 2. Voor woon-winkelverkeer.
De nabijheid van de voorzieningen is in Heemstede door het grote aan-
ta buurtcentra gunstig voor het effectief stimuleren van langzaam
verkeer. Uit het oogpunt van comfort is het aantrekkelijk zelfs over
korte afstanden de auto te gebruiken tot vlak voor de winkels.
Een keuze tussen:
het nastreven van beide wensen,
en:
het nastreven van een structuur, gericht op vermindering van het auto-
gebruik voor interne ritten.
De voorzitter deelt mede dat de verkeerscommissie heeft gekozen voor:
het nastreven van een structuur, gericht op vermindering van het autoge-
bruik voor interne ritten.
Uit de discussies blijkt dat de meningen op dit punt verdeeld zijn.
heren Kirschbaum, Van Wijk, Kettenis, Van Ark, mevrouw Van Hoeken en
mevrouw Snoep zouden met name willen zien dat beide aanqeqeven wensen
worden nagestreefd.
De voorzitter konkludeert dat er in de tweede fase een meer op het
geval toegespitste argumentatie zal komen om tot een keuze te komen,