4e afd- 27 jum' 1974
81
Een regeling zowel bij provinciale verordening als bij qemeenteliike
idaarü6! 1S aan artikel 2 een zesde lid toegevoegd, ingêvolge
welke bepaling het verbod van het eerste lid van dat artikel niet qeldt
20ver een of meer van deze verordeningen van toepassing zijn.
Artikel 3.
Het tweede, derde, vierde en vijfde lid openen de mogelijkheid om van
het vërbod van hec eerste lid vrijstelling te verlenen voor verschil-
is hierbiiPeenViP kamPeerders en voon individuele kampeerders. Gedacht
kamoen-m Jeo9dgroepen als padvinders, aan werkkampen, landgoed-
peren"'enz? or9anisaties °P het Sebied van het kara-
De vnjstelling wordt verleend aan de rechthebbende od het terrein waar-
op wordt gekampeerd. Het is in beginsel mogelijk dat dezevrijsteîiing
-t vet e buiten bij bestemmingsplan of anderszins bij raadsbe-
sluit aangewezen gebieden.
wormK^mT lï dit.verband n09 melding worden gemaakt van de
voorma nge paspoortterreinen, toegankelijk voor de nekwal ificeerde
wnnHo houders van kampeerpaspoortenDe bestaande paspoortterreinen
te hehhdn9nn° 96 over9an9sre°ht (artikel 22) geacht een vergunning
cateaorie îaTn T" verordening. Voor nieuwe terreinen van deze
tal een 9ewone ëxploitatievergunning moeten worderi qevraaqd
w d n hVfer Zä, moeten worden voidaan aan het bepaalde bij arti-
nf betekent dat het terrein moet passen in een bestemmingsplan,
d(t rnet mnnpî în? een bestemmin9sPlon zal worden opgenomen. Waar
aaîdm°?e1 J 15 kan voor eventoeel m'euwe vestigingen van deze
U ?9h I ll er c' lld 5 en lld 6 van artikel 3.
Het betreft hier het z.g. toeristisch kamperen, d.w.z. het innemen van
Een nerindl^H met.een tent of toeroaravan voor een korte periode.
wanneer het hl? VLne0rt ralnimaal twee da9en (®§n overnachting)
beheer^zijm 113 4° kamPeerPasP°ortterreinen die in eigendom en
îtdht? aan.de vriJ'stelling te verbinden voorschriften betreft zal met
lichtere eisen kunnen worden voistaan dan voor "gewone" terreinen
den aan dp8n Van bedoelde vrijstel 1 ing moet worden voorbehou-
aan de venmoedelijk schaarse gevallen waarin behoefte bestaat aan
n?h terr?]n voor toeristisoh kamperen op niet-commerciële basis
Nadrukkelijk wordt gesteld dat het geenszins de bedoeling is dat met
trefflïde ve?hodn mo9el1jkhe1d tot vrijstelling van het desbe-
mn?Ii venbod, het kamperen op agrarische erven zou kunnen worden
eînîm-i nesp. bevorderd. Daartoe immers dient de bijzondere
exploitatievergunmng (art. 5) KKuriuere
dTnS^ m°et a11ee? °m deZe reden al wonden vermeden. Zolang eï op
dit punt een provinciale verordening bestaat, verdient het met het ooa
daarop aanbevel i ng een desbetreffende bepaiing in een gemeentel i ike ver-
ordenmg met -op te nemen, c.q. de werking ervan te be?erken toi de
®n ^nn provinciale verordening niet van toepassinq is.
k no îîd 2 dndtï1dn91WH°rnen V?rle0nd' Hiero-° hebben met name beîrek-
pîaatsen^uitgeslotenhet innemen Van Vaste stand"
i? o?da?nT de maximale.terrein°PPervlakte en de maximale bezetting
1 ?ei?a?n ln overeenstemming met Staa'tsbosbeheerop basis van ziin