4e afd. 27 juni 1974 82 Artikel 11. 1. Tegen een besluit van de burgemeesterwaarbij een vergunninq of ontheffing op grond van deze verordening is verleend, aan een ver- gunrnng of optheffing voorschriften zijn verbonden of een vergun- ning of ontheffing is geweigerd, kan iedere belanghebbende binnen een maand een bezwaarschrift indienen bij de burgemeester. 2. De burgemeester stelt de indiener van het bezwaarschrift bij scnnftelijke kennisgeving in de gelegenheid zijn bezwaar monde- ling toe te nchten. 3. De burgemeester beslist op het bezwaarschrift binnen drie maanden nadat dit îs ontvangen. Artikel 12. 1. Tegen een besluit van burgemeester en wethouders waarbij een ver- gunmng of ontheffing is verleend, aan een vergunning of ontheffinq voorschriften zijn verbonden of een vergunning of ontheffinq is qe- weigerdkan iedere belanghebbende schriftelijk beroep instellen bij de gemeenteraad 2. De aanvrager van een vergunning of ontheffing kan tevens schrifte- lijk beroep înstellen bij de gemeeriteraad indien burgemeester en wethouders niet binnen de daarvoor ingevolge artikel 10 geldende termijn een beslissing op zijn aanvraag hebben genomen. 3. Een beroepschrift, als bedoeld in het eerste en tweede lid, moet worden ingediend binnen een maand na de dag waarop de mededeling van het besluit waartegen beroep wordt ingesteid, is ontvangen, dan wel het besluit had moeten zijn genomen. 4. Het beroepschrift moet de gronden van het beroep inhouden en door de îndiener zijn ondertekend. 5. Een beroepschrift schorst de werking van het besluit niet. Artikel 13. 1. De gemeenteraad beslist op een beroepschrift binnen twee maanden na de dag waarcp het ter gemeentesecretarie is ontvangen. Hij kan zijn beslissing eenmaal voor ten hoogste twee maanden verdagen. 2. De beslissing van de gemeenteraad is met redenen omkleed. 3. Van een besi issing in beroep en van een besluit tot verdaging van de eslîssing wordt schriftelijk mededeling gedaan aan degene die het beroep heeft îngesteld. De mededeling betreffende de verdaqinq qe- schiedt voôr de afloop van de termijn van twee maanden, bedoeld in het eerste lid. H00FDSTUK II. Openbare Werken. Artikel 14. De rechthebbende op een onroerend goed is verplicht toe te staan dat straatnaamborden of andere door burgemeester en wethouders ter uîtoefe- mng van de hun bij de wet of een verordening gegeven opdracht of be-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1974 | | pagina 40