4e afd.
27 juni 1974
82
alsmeae van de plaats, vanwaar hij is gekomen en van die waarheen hij
is vertrokken of zal vertrekken.
Artikel 62.
De logeergast van een inrichting is verplicht aan de houder daarvan
voliedig en naar waarheid de gegevens te verschaffen, die de houder te
zijnen aanzien nodig heeft voor de in artikel 61 genoemde opgave.
Artikel 63.
De houder van een iririchting is verplicht te zorgen, dat een voor ieder
goed 1eesbare afdruk van de bepalingen van deze paragraaf wordt opge-
hangen op een voor net pubiiek toegankelijke en duideiijk waarneembare
plaats in zijn inrichting.
Paraqraaf 2. Toezicht op samenkomsten.
Artikel 64.
1. Het is verboden op o'f nabij plaatsen waar en ten tijde dat er een
godsdienstige bijeenkomst, een kerkeiijke plechtigheid, een begra-
fenispiechtigheid, een openbare vergadering of een openbare muziek-,
zang- of toneeluitvoering, bioscoopvertoning of andere manifestatie
wordt gehouden, de rust of de orde te verstoren, dan wel zich op een
andere wijze onbetamelijk of hinderlijk te gedragen.
2. Hij die handelt in strijd met lid 1, is verplicht zich op eerste
aanzegging te gedragen naar de aanwijzingen, gegeven door de houder
van de inrichting, de leider van de bijeenkomst, plechtigheid e.d.,
of een ambtenaar van poiitie.
Artikel 65.
Onverminderd het bij of ingevoige de Brandbeveiligingsverordening be-
paalde is de houder van een inrichting verplicht te zorgen dat gedu-
rende de tijd dat een gebouw, zaailokaliteit, getimmerte of tént ten
behoeve van een bijeenkomst opengesteld is:
a. deuren, gangen en trappen in vluchtwegen, alsmede toe- en doorgangen
naar en tussen zitplaatsen van alle belemmeringen worden vrijgehou-
den;
b. deuren in vluchtwegen aan de binnenzijde zonder gebruik te maken van
een sleutel gemakkelijk kunnen worden geopend;
c. de ingevolge die verordening voorgeschreven minimum-, en transparan-
ten- en tredeverlichting brandt en de noodveriichtingalsmede de
overige veiligheidsvoorzieningen doeltreffend functionererr,
d. een ingevolge die verordening geldend rookverbod door middel van een
opschrift op duidelijke wijze is kenbaar gemaakt.
Artikel 66.
1. Gedurende de tijd dat een gebouw, zaallokaliteit, getimmerte of
tent ten behoeve van een bijeenkomst is opengesteld, is het verboden:
a. een zit- of staanplaats toe te staan of in te nemen in toe- cf
doorgangen naar en tussen de zitplaatsen, of andere zitplaatsen
toe te staan of in te nemen dan die, welke ingevolge de Brandbe-