4e afd. 27 juni 1974 82 van de Drank- en Horecawet geldt, alsmede de bijbehorende open aanhorig- heden. Tot een inrichting behoort niet. het gedeelte van de besloten ruim- te hetwelk uitsluitend als woning wordt gebruikt. Artikel 81. 1. Het is verboder. zich in een inrichting te bevinden in kenne'iijke staat van dronkenschap. 2. Hij die handelt in strijd met lid 1, is verplicht zich op eerste aan- zegging van de houder der inrichting of op vordering van eer. ambtenaar var. politie uit de inrichting te verwijderen. Artikel 82. De houder van een inrichting is verplicht te zorgen, dat zijn voor het publiek toegankelijke lokaliteiten, zolang zich daarin een of meer be- zoekers bevinden, van de weg af door een of meer deuren onbelemmerd toe- gar.kelijk zijn voor de ambtenaren van politie. Artikel 83, 1. Het is de houder van een inrichting verboden in de voor het publiek toegankelijke lokaliteit(en) en de bijbehorende open aanhorigheden, toe te laten of te laten verblijven niet tot het gezin van de hou- der behorende personen die naar het oordeel van de burgemeester mis- bruik van alco'nolhoudende drank plegen te maken en wier namen als zodanig door de burgemeester schriftelijk aan die houder zijn opge- geven. 2. De houder van een inrichting is verplicht, indien een persoon als be- doeld in lid 1, die zich in zijn inrichting bevindt, in gebreke blijft deze te verlaten, hiervan terstond kennis te geven aan de politie. 3. Het is aan de houder van een inrichting als bedoeld in artikei 80, eerste iid, zijn huisgenoten en zijn personeel verboden inzage te ver- lenen van de opgave, bedoeld in het eerste 1id van dit artikel of oaar- omtrent mededelingen te verstrekken aan anderen dan ambtenaren van politie. Artikel 84. 1. Het is aan de in artikel 83 bedoelde personen verboden zich te bevinden op plaatsen waar zij op grond van datzelfde artikel niet mogen worden toegelaten of rnogen verblijven. 2. De in artikel 83 bedoelde personen die zich in een inrichting als be- doeld in artikel 80, eerste lid, bevinden, zijn verp.licht op eerste aan- zegging van de houder van die inrichting of op vordering van een ambte- naar van politie de inrichting te verlaten. 3. De leden 1 en 2 werken tegen de daar genoemde personen niet dan nadat hun door de burgemeester schriftelijk is medegedeeid dat hij te hunnen aanzien heeft verstrekt de opgave bedoeld in artikel 83. Artikel 85. 1. Het is de houder van een inrichting verboden deze van 0tot6 uur voor het publiek geopend te hebben of daarin een of meer bezoekers toe te

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1974 | | pagina 53