4e afd.
27 juni 1974
82
onder a tot en met d, genoemde omstandigheden, tenzij hij van de daartoe
door het gemeentebestuur aangewezen arts een schriftelijke verklaring
heeft ontvangen, dat bezwaar tegen toelating niet of niet meer bestaat.
Artikel 111.
Het is aan een persoon die vermoedt of van wie vermoed wordt, dat hij
verkeert in een der in artikel 109, onder a tot en met d, genoemde om-
standigheden, verboden zich in een onderwijsinrichting te bevinden, dan
wel deze te bezoeken.
Hij is verpiicht zich op eerste aanzegging, door of namens burgemeester
en wethouders, hieruit te verwijderen en zich hieruit verwijderd te
houden, tenzij de daartoe door het gemeentebestuur aangewezen arts
schriftelijk heeft verklaard, dat bezwaar tegen zijn verblijf niet of
niet meer bestaat.
Artikei 112.
Het hoofd van een onderwijsinrichting, aismede de ouder, voogd of de
verzorger van een minderjarige is verplicht zorg te dragen dat de
minderjarige van wie bekend is of vermoed wordt, dat hij verkeert in een
der in artikei 109, onder a tot en met d, genoemde omstandigheden, ai
naar gelang burgemeester en wethouders zuiks gelasten, zich onderwerpt
aan een door of vanwege de daartoe door het gemeentebestuur aangewezen
arts in te stellen onderzoek, dan wel zich onverwijid uit de onderwijs-
inrichting verwijdert en zich daaruit verwijderd houdt gedurende de in
de iastgeving aangegeven tijd.
Artikel 113.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd gehele of gedeeltelijke sluiting
van een onderwijsinrichting te gelasten, indien de daartoe door het ge-
meentebestuur aangewezen arts hun schriftelijk heeft verklaard, dat slui-
ting noodzakelijk is op grond van gevaar voor verspreidir.g dan wel uit-
breiding van een der in artikel 109, onder a tot en met d, genoemde eu-
velen.
Afdeling 2. Begraven van lijken.
Onthef- Artikel 114.
In andere gevallen dan die bedoeld in artikel 13 der Besmettelijke-
L'en Ziektenwet (Stb. 1928, 265) is het verboden een lijk naar een begraaf-
plaats te brengen en een lijk te begraven anders dan op werkdagen,
behalve zaterdag, tussen 7.30 uur en 14 uur en op zaterdag tussen
7.30 uur en 12.30 uur.
Onthef- Artikel 115.
fin9 u Het is verboden een lijk zonder noodzaak anders te vervoeren dan in een
gesloten kist en anders dan met een daartoe geschikt middel van vervoer
of op een baar die door een voldoend aantal personen gedragen wordt.
-23-