mmm m 27 juni 1974 41 de Zijn fraktie is realiste qenoeg om te weten dat een eventuele amende- rinq van de voorliggende tekst bij de raad în de huidige samenstei- ling geen kans maakt. Zij zal zich ook niet op dit pad begeven, maar spreker had er wei behoefte aan om op deze wijze en op deze plaats kennis te geven van de principiëie opvatting, zoals die in zijn Trak- tie leeft. De voorzitter betreurt mêt de heer Van Emmerik, en ongetwijfeld mêt de raad, dat door het heengaan van de heer Van den Briel het team A.P.V. niet bijeen is kunnen blijven. Er is in de comirnssie sprake ge- wêest van een goed samenspel tussen de ieden en tussen junsten en niet-juristen. Met name denkt spreker aan de taalkundige aspek,en, die in de A.P.V. ook een belangrijke rol spelen. In dat opzicht wil hij de heer Van den Briel met ere noemen. Hij was de man die, dieals juristen dachten dat de strijd gestreden was, er op wees dat er ook noq een taalkundig aspekt was dat zorg verdiende. Spreker is verheugd dat het werk, als de raad het voorstel aanvaardL, arhter de rug is.Hij neemt aan dat dit ongetwijfeld ook zal gelden voor de heerBuiter, de secretaris van de commissie, die in deze een qeweldige mammoetarbeid heeft verricht. De wijze waarop hij de commis- sie steeds op zeer veel vragen heeft bediend met antwoorden was oewon- derenswaardig. Spreker neemt aan dat hij de heer Buiter namens alien zijn grote dank mag betuigen voor deze arbeid. Uiteraard is ook zeer veel gebruik gemaakt van de praktische kenms van zaken van de korpschef van gemeentepolitie, die de vergaderingen van de commissie ook nagenoeg alle heeft bijgewoond, Spreker merkt op dat êên van de gevolger, van het up to date maken van de A.P.V. inderdaad is geweest dat een aantal artikelen over- boord is gezet". Hij acht het juist dat de beroepsregelmg terecht în deze zaak als belangrijk wordt ervaren. Inzake de kwestie van de demonstratievrijheid is mj van memng dat het bij de commerciële demonstratie - de heer Van Emmerik heeft daar dus een andere visie op - om een heel andere zaak gaat dan bij de^ demonstratie sec. Spreker meent dat men elkaar met altijd overtuigd hoeft te hebben en het is duidelijk dat de standpunten hier dus mar- keerbaar en onderscheidbaar zijn gebleven. Met alle begrip uiteraard voor het standpunt datde heer Rucker vei- tolkte, heeft de commissie toch gemeend de verwijdering van net be- trokken artikel te moeten overnemen, zoals dat ook in het laatste model van de provinciale commissie is geschied. Over het publikatieaspect zal het college inderdaad nog eens de ge- dachter, laten gaan, want er kan misschien nog wel wat meer pubhci- teit plaatsvinden, zodat meer dan de 15 of 16 mensen die z>ch aan het raadhuis hebben vervoegd om kennis te nemen van het ontwerp, worden bereikt. Terecht heeft de heer Van Emmerik gewezen op de kwestie vande lan- delijke reqeling ten opzichte van het toch wel wat wonderlijk aan- doende strafmaximum in de geldboete, waar ook de heer Jager op hee.L qewezen en waar men in de commissie ook bij stil heert gesLacn. Spreker is mêt de heer Jager van oordeel dat het zo langzamerhana een oneigenlijk gebruik-is geworden van deze financiële bepanng, met uiteraard de positie van de rechter die op de een of andere mamer ten opzichte van het maximum een andere weg op moet en dan wet eens

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1974 | | pagina 41