ÎSÏSSÎBT.ÎÏ KÄ! Z SS 'STÜÎÏÏS"
27 juni 1974 43
bezig zijn is, het van belang is om dan ook indendaad de irechter ëen
bepaalde indikatie te geven van wat bij de wetgever heeft geleef
Als men dat in de geest van de verordening wil toepassen, danmoet
men de rechter ook de gelegenheid geven om van die geest kennis te
nemen, en van die geest kennisgeven îseen vorm die gekozen kan wor
den door middel van die strafdifferentiatie
Wat betreft de opmerking van de heer Rucker ten aanzien vQn het ver
vallen van het huidige artikel 155a, wil spreker met zeggen dat j
daar begrip voor heeft, maar hij respecteert het.
De heer Van Emmerik zegt inzake het opnemen van het^door ^evrouw
Snoep bedoeT3ë~7örîmiTTer in de verordemng, dat hij dit Overb°d|9oon
acht, gezien ook de formulering van het artTkelDat was ook het een
stemmig oordeel van de commissie, omdat men de optocht of de diemo
stratie moet melden met een formulier, dat op het gemeentehuis
verkri iqen is en dat dus, naar hij aanneemt, door het coilege wordu
vastgesteld. Een bezwaar dat men kan aanvoeren tegen net °P"enleo veo
bepaalde dingen die opgegeven moeten worden is, dat men daar dan ook
verdér aan vast zit en dat als op een gegeven momenc blijkt dat h-t
nuttig is om meer dingen op te geven, of nnsschien lets weg te laten.
men dan met een verandering van wetgeving moet komen Voor het co le
ge van burgemeester en wethouders in wijs beleid ligt dat natuurnjk
iets gemakkel ijker.
Mocht het formulier er toch in opgenomen worden, dan scelt hij voor
om dat in zoverre te relativeren dat het met linntatief, maar enum -
ratief wordt door de invoeging van onder meer of tenminste
Wat betreft de gedachte van het spreken met de commissie voor politie
aangelegenheden meent spreker dat als de burgemeester met een bezwaar-
schrift zit, dat inschakeling van de commissie dan wel geneel zal pas-
sen in de nieuwe bezwaarschriftenprocedure, die ook landelijk op sta-
pel "staat. nn.
Wat de strafdifferentiatie betreft heeft spreker eigen ijk als enig
arqument van de kant van de V.V.D. gehoord dat d t zo ^gewikkeld
was en de zaak zo gekompliceerd maakte. Spreker had în eerste instan
tie al aangegeven dat de commissie juist zo wijs îs geweest op
meest eenvoudige wijze die denkbaar is te differentïeren en dat
heeft dan eiqenlijk ook qeen enkel probleem opgeleverd
Soreker is het verder eens met wat de heer Jager nu ook in tweede
instantie daarover gezegd heeft. Hij merkt noq op dat we met die
strafdifferentiatie op de stevige basis van een adv^es van de n et
te onderschatten Vereniging Van,Nederl3ndse 'oSissie en
zeer ooed thuis is op dit terrein, en dat wu ook als commissie en
als raad wanneer wij dit ontwerp zouden aannemen, in het goed ge
strafbepaling van vele A.P.V.'s. Hij meent dat als we dus een strar
differentiatie in het ontwerp laten staan zoals die er nu staat, wij
dan ook beter handelen in de geest van de geestelijke vader van de
V.V.D., de staatsman Oud.
Mevrouw Snoep is natuurlijk bijna sprakeloos als haar zoveel namen
van V.V.D.-irTtegengeworpen worden. Deze zaak is echter in haa,