v3su
27 juni 1974
5
deze post te verhogen tot f 217.000,--". I" het V°Tgende st:uk dat; zij
vond, van september 1972, staat onder post 11 înridrting - die spe
ciaal uitqesplitst wordt omdat hij een nogal forse verhoging heef
nnderaaln onder e: "Kunst f 27.000,-". Nu begrijpt zi3 niet dat
daarvoor in de beqroting geen bedragen worden geraamd. Onder de post
îürSïïnJ »Sît dTindlr5,: "inrichting cadcl, targenza, bala.s,^
In de beorotinq waren hiervoor ook geen bedragen geraamd Zij degrijp
"kunst". Zij heeft er ook geen moeite mee dat het bearag
misschien niet voldoende is.
Wethouder Verkouw zegt dat in het verleden inderdaad bepaa]de fedragen
ziin neraamd voor dé aankleding van het raadhuis in zijn totaliteit,
- regeimatig tieegedeeid d,t i.en «»«ch,jn ngk ,a
dit bedraq tekort zou komen, met name vooir wat 1 1 t 1 er nu
de artistieke aankleding van de raadzaalSpreker deelt mede dat er nu
oDdracht is qeqeven voor het maken van een wandtapijt voor de burgerza
en dat wat de raadzaal betreft, via de regeling comp ementaire arbeids-
voorziening beeldende kunstenaars, een van onze vhoegere înwone
Remco van der Gugten, een opdracht zal knjgen om ^ts te maken voor a.
achterwand van de raadzaalwaarbij we dan tev.ä"s ^enken aan een sculp
tuur van Hare Majesteit. Vooral wat het eeirste betreft zal dat niauve
liiks financiële qevoigen voor de qemeente hebben omdat dat voor
door het riik wordt vergoed. De sculptuur zai natuuriijk wel een bepaade
uitaaaf van de qemeente vragendie de raad te zijner tijd op een suppie-
toire beqrotinq zaî vinden. Exâct is dat nog niet aan te geven;.voor wat
het wandkleed betreft 1s dat wel aan te geven. Dat loopt nogal în p
pieren.
De voorzitter merkt op dat dus de raadzaal en burgerzaal.^omdat het on-
zeker was hoe de artistieke vormgeving zou moeten zijn, perse met egi
zijn in de genoemde bedragen.
Mevrouw Snoep vindt dat de aankleding van de raadzaal en burgerzaal ge-
woon onder het bedrag voor "kunst moet vallen.
De voorzitter zegt dat dit niet wordt bestreden, maar dat wel wordt
bestreden dat in het verleden zelfs een poging zou zijn gewaagd dat te
ramen vanwege de op dat punt veel grotere onzekerheid dan ten aanzien
de rest van de aankleding bestond.
De heer Rücker merkt op dat zijn fraktie tot de konklusie is sekomen
dat de overschrTjding die verwacht wordt ten aanzien van de bouwkosten
sec, binnen zeer redel i jke normen is gebleven. De ervamng bij dit soort
zaken is altijd dat het een hele kunst is om met in een veelhe.d van
extra- en meerwerk te komen en daardoor natuurlijk voor een verhoogde bud
aettering geplaatst te worden. Vandaar dat hij namens Z1jn_fraktle ee
kompliment aan het college brengt voor de kostenbewaking die bij de u
voering van dit gebouw in acht îs genomen. We hebben wel een* Jnb(rre er
varingen gehad ten aanzien van openbare gebouwen O" h®J v®!fed t
daarom doet het plezierig aan nu te mogen konstateren dat alles wat aat
nLt aan dat die't„at d.n