35
wat is een burgemeester en wat zijn wethouders zonder goede ambtenaren?
Maar ik zou zeggen: wat zijn wij allemaal zonder een qoed thuisfront,
waar je gestimuleerd wordt en waar je opgevangen wordt.
Nogmaals, heel hartelijk dank en waarmee ik begonnen ben daarmede mag
ik misschien eindigen: dank u wel mijnheer de voorzitter, dank u wel
dames en heren van de raad". (applaus)
Wethouder Van Wijk: "Mijnheer de voorzitter, dames enheren leden
van de gemeenteraadNaar het zich laat aanzien mogen mijn laatste
woorden vanaf deze plaats gesproken, woorden zijn van dank en dankbaar-
heid en, evenzeer als dit het geval is bij de heer Verkouw, toch ook
verweven met dat tikje weemoed dat nu eenmaal bij een afscheid dat er
diep insnijdt, aanwezig mag en misschien zelfs moet zijn.
26 jaar verbonden zijn met de praktische politiek van Heemstede is een
heel stuk van je leven, een stuk dat ik heb leren liefhebben en dat ik
met genoegen heb beleefd. Van al diegenen met wie ik hier begonnen ben
is niemand meer, althans aan deze tafelgezeten, maar ik mag wel zeg-
gen: vrienden gingen en vrienden kv/amen en zo is het al die jaren ge-
weest. Daarom valt het niet mee om te wennen aan een heel andere s:tua-
tie. Wellieht is het mij nog gemakkelijk gemaakt in deze nachtelijke
uren, toen een brandalarm mij bij de eerste slaap wekte. Ik heb me
naar de brand gesDoed, doch in plaats van eer. grote brand te zien,
kwam op een gegeven moment het water uit het huis naar buiten.
De brand was niet zo erg in dit gevalhet ging om een huis dat toch
in de weg stond.
Dank voorzitter voor uw leiding, die soepel maar toch altijd welover-
wogen was en met grenzen zoals het moet. Dank aan de leden van de
raad, aan de ambtenaren en aan de diensten, voor het besef van de
moeilijkheden die een dubbele werkkring met zich meebrengt. Het is
een passen en meten geweest, waaraan uiteraard de receptionistede
bode en iedereen aan te pas kwam om het toch te doen lopen. Ik heb
van alle zijden die hulp ondervonden die ik zonder twijfel nodig had
oni dit te kunnen blijven doen. Wij hebben over het algemeen serieus
gewerkt, maar aan de andere kant daarnaast toch ook wel weer de ge-
legenheid gevonden om het eens op een wat andere toer te doen. Na de
anderhalve dag woestijn van een begroting kwamen we dan toch veelal
in de oase Groenencaal, waar meningeen kon zeggen wat hij nu eigenl-.jk
had willen zeggen in de raad en een ander wat hij willen antwoorden en
wat hij daarmee bedoeld had en zo kwamen vele zaken toch nog terecht.
De heer Verkouw had het oog op een wat serieuzer zitting, niet direkt
met agendapunten, maat om zo eens met elkaar van gedachten te wisselen.
Maar ik meen dat het andere er toch ook bij hoort en het één sluit
het ander niet uit. Ik dacnt dat dit tezamen en in vereniging dienst-
baar kan zijn aan een verdere goede gang van zaken in het college en
in de gemeenteraad.
Dank aan de almachtige God, wiens zegen wij altijd hebben ingeroepen
bij het begin van onze vergaderingen, een inroepen dat voor mij nooit
een formule is geweest en ik hoop dat die zegen blijft voor diegenen
die hier blijven werken, voor die komen en ook voor die gaan. Ik hoop
dat ze daaraan ook een behoefte hebben.
Ik heb vaak veel van uw clementie moeten vergen en u hebt deze altijd
verleend en altijd begrip gehad voor mijn situatie, ook voor de moei-
lijkheden in die situatie. Het is een mooi stuk van mijn leven geweest
dat ik niet graag had willen missen. Ik blijf u met belangstelling volger.,
hopend dat diezelfde zegen u blijft vergezellen,"
(applaus)
29 augustus 1974