6
2S augustus 1974
Wethouder Van Wijk zegt dat deze zaak ook in die zin in de commissie
is besproken._Formeel is er dus geen beroep mogeiijk, omdat er eenvou-
dig iets klandestien gebouwd is dat verwijderd moet worden.
De voorzitter zegt dat als de heer Jager over de heie procedure van
aanschrijvingen zou willen spreken, dit wel een zaak zal zijn voor de
nieuwe raad.
De heer Kirschbaum betreurt dat dergeiijke onderwerpen in de raad
moetén komen. Hij vraagt zich af of dat in de toekomst niet te voorko-
men is. Het is natuurlijk zö, dat als iemand in zijn hobby wordt ge-
troffen, men hem op zijn ziel trapt en hij niet zo snei geneigd is om
toe te geven. Hij vra.agt of het niet mogelijk is dergeiijke zaken wat
zachter aan te pakken. Hij kan niet zeggen dat het nodig is dat open-
bare werken een public-relationsman nodig heeft, maar misschien zou
zoiets beter op die manier aangepakt kunnen worden. Openbare Werken
staat nog wei eens vaak in de wind; er is nog wel eens kritiek, niet
terecht meent spreker, maar de ergernis is er dan toch wel en hij wil
graag proberen te voorkomen dat dit in de toekomst ook weer deze kant
uitgaat.
Wethouder Van Wijk merkt op dat het optreden van openbare werken in
veel gevallen min of meer preventief is. Als men iets ziet komen en men
waarschuwt, dan was dat in vele gevallen afdoende om dergelijke zaken
niet in de raad te krijgen, omdat de mensen vaak niet wisten dat zij in
overtreding waren. Dan werd hun de weg gewezen hoe ze een en ander even-
tueel wel konden bereiken. Dat informele kan dus op zichzelf heel goed
werken, en heeft in vele gevallen goed gewerkt. Natuurlijk zijn er uit-
vallers geweest die een boze brief schreven en waarop dan misschien
pittig is geantwoord.
Spreker acht het een goede gang van zaken dat de dienst kontroleert en
dat, wanneer men iets konstateert, men gaat informeren. In veel gevallsn
wordt juist door dit overleg briefschrijverij voorkomen en worden zaken
aldus afgedaan. Enkelen zulien werkelijk doorzetten en dan krijgt men
dus de formele weg. Hoe de toekomstige raad wil dat dit gaat geschieden-
misschien via de een of andere commissie - spreker zal daar met belang-
stelling op de een of andere wijze van kennisnemen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders, vermeld onder punt 20, besloten.
21. Vraag van de heer ing. B. van Tongeren, lid van de gemeenteraad,
inzake het rooien van bomen aan de Camplaan, met beantwoording door
burgemeester en wethouders.
De heer Van Tongeren is.verheugd dat het college zo snel heeft kunnen
antwoorden op zijn vraag. Hij is vorige week geschrokken van drie woor-
den die op de agenda voor de commissie voor openbare werken stonden:
rooien bomen Campiaan. Meer informatie was er niet en in de vergadering
zeif is het rapport eigenlijk ook niet aan de orde geweest.
Het college had een besluit genomen dat ter kennisneming ook nog even
in de commissie werd gebracht. Buiten spreker had niemand er eigenlijk
ernstige bezwaren tegen. Toen is spreker met twee andere commissieleden
nog eens langs de bomen gelopen, waarbij ook deze leden opmerkten dat
die bomen er helemaal niet zo gek uitzagen, behalve dan de twee bomen
die hol zijn. Direkt de volgende morgen heeft spreker de brief geschre-
ven met het verzoek om in elk geval te kijken of er, van buiten desnoods.