110 Artikel 4 1. De studiefaciliteiten worden verleend voor een door burgemeester en wethouders bij de verlening te bepalen termijn, die wordt afgeleid van de normaal te achten duur van de studie. 2. Burgemeester en wethouders kunnen de in het vorige lid bedoelde ter- mijn verlengen. 3. De in de voorgaande leden bedoelde termijnen worden geacht in elk geval te zijn verstreken op de datum, waarop het dienstverband van de ambtenaar met de gemeente eindigt. Artikel 5 1. Indien burgemeester en wethouders op grond van door hen ingewonnen inlichtingen van oordeel zijn, dat de ambtenaar niet regelmatig of niet voldoende studeert, waardoor hij niet in staat kan worden ge- acht zijn studie binnen de termijn als bedoeld in artikel 4 te vol- brengen, zijn zij bevoegd de verleende studiefaciliteiten - al dan niet tijdelijk - in te trekken. Deze.intrekking vindt echter niet plaats, indien de ambtenaar aannemelijk maakt, dat de onregelmatige of onvoldoende studie het gevolg is van feiten of omstandigheden, die niet aan hem zelf zijn te wijten. 2. De ambtenaar is verplicht de inlichtingen te geven, die burgemeester en wethouders voor de toepassing van deze verordening nodig achten. Artikel 6 De ambtenaar, aan wie studiefaciliteiten zijn toegekend, is verplicht zich na het verstrijken van de in artikel 4 bedoelde termijn aan het eerstvolgende voor zijn studie geldende examen te onderwerpen en de uitslag daarvan aan burgemeester en wethouders mede te delen, tenzij zulks op grond van persoonlijke omstandigheden niet kan worden ver- langd. Studiekosten Artikel 7 De naar het oordeel van burgemeester en wethouders redelijk gemaakte studiekosten worden vergoed tot een percentage van: -4- 2e afd. 29 augustus 1974

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1974 | | pagina 66