111
cdegene die in het genot is van een herplaatsingswachtgeld
als bedoeld in artikel K 7 van de Algemene burgerlijke
pensioenwet.
d. Op de negende regel van lid 5 (nieuw) wordt het cijfer 3 ver-
vangen door 4.
e. In de eerste zin van lid 6 (nieuw) worden de cijfers 3 en 4
vervangen door 4 en 5.
f. In lid 7 (nieuw) wordt onderdeel b geschrapt en worden de
onderdelen c t/m f gewijzigd in resp. b t/m e.
g. In lid 9 (nieuw) wordt aan de opsomming van artikelen toege-
voegd artikel E 11.
XVI. Aan artikel E 13 wordt toegevoegd een tiende en elfde lid, luidende:
10. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van-de gewezen ambtenaar
die in het genot was van een uitkering als bedoeld in de leden
1, 2, 4 of 5 van dit artikel, wordt aan de in artikel H 15 be-
doelde personen en met overeenkomstige toepassing van dat arti-
kel een bedrag uitgekeerd gelijk aan de uitkering welke belang-
hebbende op de dag van overlijden genoot, berekend over een
tijdvak van 3 maanden.
Het vorenstaande geldt met dien verstande dat indien de uitke-
ring bedoeld in het eerste lid was gedaald tot 80% dan wel de
ujtkering bedoeld in het vierde lid was berekend naar een per-
centage van arbeidsongeschiktheid van 80 of meer, de uitkering
wordt berekend naar 100% van de, met inachtneming van de aan
de hand van algemene bezoldigingswijzigingen aangepaste,
laatstelijk genoten bezoldiging.
11. Op de uitkering als bedoeld in het vorige lid wordt in minde-
ring gebracht het bedrag van de uitkering waarop de nagelaten
betrekkingen van de gewezen ambtenaar ter zake van diens over-
lijden aanspraak kunnen maken krachtens artikel Q 6 van de
Algemene burgerlijke pensioenwet dan wel krachtens enig wette-
lijk voorgeschreven verzekering tegen ziekte of arbeidsonge-
schi ktheid.
-6-
2e afd.
29 augustus 1974