1
1
2e afd.
29 augustus 1974
112:
uitbetaald v-oor zover het evenbedoelde uitkeringen te boven gaat
V a.Artikel 21, le lid, wordt gelezen als volgt:
1. 2o spoedig mogelijk na het overlijden van de wachtgelder wort
aan de nagelaten echtgenoot een bedrag uitgekeerd gelijk aan
de bezoldiging als bedoeld in artikel 3, over een tijdvak var
drie maanden. Laat de overledene geen echtgenoot na, dan ge-
schiedt de uitkering ten behoeve van zijn minderjarige wettic
of natuurlijke kinderen, dan wel minderjarige pleegkinderen.
Ontbreken ook zodanige kinderen, dan geschiedt de uitkering
ten behoeve van ouders, broers, zusters of meerderjarige kin-
deren van wie de overledene kostwinner was.
b.Toegevoegd wordt een 4e lid, luidende:
4. Op de uitkering als bedoeld in dit artikel wordt in minderir
gebracht het bedrag van de uitkering waarop de nagelaten be-
trekkingen van de gev;ezen ambtenaar ter zake van diens over-
lijden aanspraak kunnen maken uit hoofde van artikel E 13,
lid 10 van het Algemeen Ambtenarenreglement, dan wel krachtci
enig wettelijk voorgeschreven verzekering tegen ziekte,
arbeidsongeschiktheid of onvrijwi11ige werkloosheid.
B. te bepalen, dat het onder A vermelde wordt geacht in werking te zij
getreden op 1 jar.uari 1973.
De iecretaris,
HEEMSTEDE, 29 augustus 1974.
De Raad voornoemd,-
De voorzitter
