8
3 september 1974
De heer De Ruiter brengt naar voren dat collega Jager en spreker de
heer Reeringh hebbën gevraagd om namens de frakties deze motie aan het
coilege voor te leggen. Daarbij werd de heer Jager en spreker natuur-
lijk de mogelijkheid ontnomen om in de marge te gaan praten, wat de
heer Reeringh wel heeft gedaan.
Spreker wil daarover maar ëén opmerking maken. In het vooroverleg, en
ook bij het vooroverleg over het voorsteiis ernaar gestreefd om
deze zittingsperiode van de raad te beginnen met de positieve gesteld-
heid en gerichtheid om met eikaar tot een zcer goede samenwerking te
komen.
Als de heer Jager en spreker van hun kant dan proberen de formuleringen-
hij heeft geen mandaat om namens de heer Jager te spreken, maar gelooft
wel dat hij hem begrijpt in dit opzicht - uit het programma van
Progressief Heemstede en het C.D.A.-programma zo aan te passen en bij
tesiijpen dat het ook voor de V.V.D. fraktie een aanvaardbaar geheei
is geworden, dan verwacht hij op dat moment niet meer dat dergelijke
opmerkingen in de marge worden geplaatst, waar die zijns inziens nau-
welijks juist en politiek overbodig zijn.
De heer Jager sluit zich bij de woorden van de heer De Ruiter aan.
De voorzitter deelt mede dat het coHege de motie zal meenemen en
er uiteraard op zal terugkomen.
Gewestregeling
De heer Van Emmerik verheugt zich over het feit dat de gewijzigde
gewestregeling in werking is getreden door publikatie in de Staats-
courant, 1 september j.l. Dat doetzijn gewestelijk hart - misschien
nog wel meer gewestelijke harten - goed, en ook dat met name het
kringensysteem van de portefeuil1ehouders nu formeel van start kan
gaan.
De heer Rücker: "Ik ben u erkentelijk dat u mij aan het eind van
deze eerste en officiële vergadering voor de komende zittingsperiode
gelegenheid biedt om alsnog enige woorden tot het college van burge-
meester en wethouders te spreken. Ik doe dit niet als emeritus-
voorzitter van de K.V.P.-fraktie, doch de harde, niemand ontziende,
wet van de anciënniteit heeft ertoe geleid dat ik mij bij deze als
nestor van deze nieuwe raad aan uw college dien te presenteren.
Weliswaar geeft de geboortedatum van één van de leden van uw college
nog meer perspektieven om binnen afzienbare tijd een beroep te doen
op het staatspensioen, doch in overleg met hem hebben we afgesproken
dat de last van het nestorschap voor de komende periode op mijn
kwetsbare schouders zal rusten. Deze zo geruisloos en zonder intern
politiek beraad ten deel gevallen taak in de komende zittingsperiode
te vervullen, is geen gemakkelijke opgave om reden ik aldus doende
de wissel zal gaan overnemen van mijn zozeer gewaardeerde, ik moet
helaas zeggen: ex-collega, mevrouw mr. Gaasterland. Zij toch was, het
klinkt haast paradoxaaleen geboren nestrix, naar wie ik altijd,
wanneer zij qualitate qua sprak, met veel belangstel 1 i.ng heb geluis-
terd, niet het minst vanwege haâr beschaafde woordkeuze en dienover-
eenkomstige presentatie. Een goede zaak mijns inziens in de samenle-
ving anno 1974, ook in de politiek.
Na een week van afscheidnemen op velerlei fronten zijn de thans ge-
