26 september1974
15
Mevrouw Borghouts deelt mede dat haar fraktie de tweede motie intrekt.
De voorzitter zegt dat die motie dan geen onderwerp van bespreking
meer uitmaakt. Hij komt thans terug op de wens van mevrouw Borghouts om
in de eerste plaats punt 1 van de eerste motie aan de orde te stellen.
De heer Jager heeft het betoog van de heer Reeringh niet helemaal
kunnen volgen met betrekking tot zijn bezwaren tegen de formulering van
de motie. Spreker meent te hebben gezien dat, nadat de heer Reeringh
had gesteld dat hem uit overleg tijdens de schorsing is gebleken dat in
de motie het onderzoek naar alternatieve energievormen niet een onder-
zoek naar kernenergie in zijn totaliteit uitsluit, enige verwarring
ontstond in de fraktie van de heer Reeringh.
De heer Reeringh is van mening dat hij zich wel achter de motie zou
kunnen scharen wanneer die bijvoorbeeld aldus had geluid: De raad van
de gemeente Heemstede, besluit, hoewel hij kan instemmen met de fonds-
vorming ten behoeve van het onderzoek naar nieuwe energiebronnen, zijn
ongerustheid uit te spreken - en te doen blijken aan de regering en
parlement - over het aanwenden van dit. fonds voor de Nederlandse deel-
name op dit moment aan de voortgezette bouw van het Kalkar-projekt.
De heer Jager heeft tegen deze wijziging van de redactie geen be-
zwaar. Dat is de bedoeüng geweest van de motie.
De heer Kettenis zou een vergeiijking willen trekken met de ont-
wikkeiing van een vaccin. Men zou in prineipe tegen het onderzoek van
een vaccin kunnen zijn, men zou tegen het vaccin op zich kunnen zijn,
met alie gevaren vandien. Men zou ook kunnen stellen dat men wel vöör
het onderzoek is, maar dat, als mocht blijken dat er op een gegeven
ogenblik een negatief aspect zou optreden, men daarna tegen zou kunnen
zijn; in dat kader iigt die vergelijking.
Mevrouw Snoep meent dat het geen kwestie is van voor of tegen. Er
wordt ongerustheid uitgesproken en dat is iets anders.
Mevrouw Borghouts deelt mede dat de motie dus thans luidt als
volgt: "De raad van de gemeente Heemstede, besluit, hoewei hij kan
instemmen met de fondsvorming ten behoeve vari het onderzoek naar nieuwe
energiebronnenzijn ongerustheid uit te spreken - en te doen blijken
aan regering en parlement - over het aanwenden van dit fonds voor de
Nederlandse deelname op dit moment aan de voortzetting van de bouw van
het Kaikar-project.
De voorzitter brengt de motie thans in stemming. Na gehouden stem-
ming konstateert spreker dat 11 stemmen voor en 10 stemmen tegen de
motie zijn uitgebracht, zodat de motie is aanvaard,
Tegen de motie stemden de heren Riicker, De Ruiter, Van der Hulst, Baar,
Van Emmerik, Van der WalSchlatmann, Kirschbaum, Willemse en Van Drooge,
De heer Jager deelt mede dat gezien de discussie die heeft plaats-
gevonden ten aanzien van de fondsvorming, de punten 2 en 3 van de motie
door zijn fraktie worden ingetrokken.
Ten aanzien van punt 20 van de ingekomen stukken steit spreker voor om,
ook enigszins uit beleefdheid ten opzichte van de adressant, deze in
ieder geval te berichten dat het college van mening is dat hij zijn
vragen aan het parlement had dienen te richten. Bovendien zou hem een