mrnmmmam
wmnI
26 september 1974
17
voorgestelde i 10.000,— niet te geven, maar daarentegen te gaan deel-
nemen in de totale exploitatiekosten, die nu voor rekening van Haarlem
komen. Echter daardoor zou men misschien het risico lopen dat men niet
binnen afzienbare tijd in het bezit komt van de f 100.000,— die nodig
zijn voor de afbouw van het zwembad. Vandaar dat spreker een renteloze
lening van f 10.000,— voorstelde, die de school in de totale exploi-
tatie aan de gemeente zou kunnen terugbetalen. Hij deed dit voorstel
op grond van het feit dat hij het tamelijk gênant vindt om de eigen
burgers naar een andere gemeente te sturen zonder daar op de lange duur
financieel in mee te dragen. Spreker weet dat f 10.000,-- een groot be-
drag is, maar over enige jaren komen ook Heemstedenaren daar hun kinde-
ren op school brengen; intussen is men de f 10.000,— wel vergeten,
terwijl men zich als Heemstedenaar toch enigszins bezwaard voelt als
men weet dat de eigen gemeente niet meebetaalt. Spreker vindt dat een
zeer belangrijk punt. Bovendien lopen de ouders van deze kinderen net
risico dat, wanneer het de gemeente Haarlem te duur wordt, zij worden
aangesproken voor schoolgeld. Spreker vraagt zich af in hoeverre^die
mensen daartoe in staat zijn en hoe dan de houding van de gemeente
zal zijn. In de commissie voor de financiën werd gesteld dat men aldus
handelende precedenten schept. Spreker stelt echter primair dat de
kinderen zo snel mogelijk aan een zv/embad moeten worden geholpen, Hij
heeft aangevoeld dat binnen de commissie voor de financiën zijn voorstel
geen haalbare kaart was; hij wil daarom het voorstei van het college
steunen om over te gaan tot een gift van f 10.000,--, alhoewel hij
zich afvraagt wat, als men het bedrag van f 100.000,-- niet bij elkaar
krijgt, er dan moet gebeuren, want dar. heeft men f 70.000, en kan men
het zwembad nog niet afbouwen. Te zijner tijd zal toch eens op deze
zaak teruggekomen moeten worden, wanneer enkele raadsleden zich daarin
meer hebben verdiept, want hij heeft vernomen dat er eens een rapport
is verschenen, dat onder tafel is verdwenen of nooit boven tafel isge-
weest. Spreker behoudt zich het recht voor om deze zaak te zijner tijd
weer eens aan te kaarten.
De heer De Ruiter is van mening dat datgene wat de heer Klos aan
de orde stelt, een totaal ander onderwerp is dat hetgeen het college
de raad voorstelt. Men kan zowel het een als het ander doen, maar de
concrete vraag is of de raad f 10,000,-- of althans een aandeel wil
geven in de kosten van het afbouwen van het zwembad, en daar zegt zijn
fraktie van ganser harte "ja" tegen. Daarnaast ligt het probleem van
de verdeling van de verschi11ende intergemeentelijke kosten; een onge-
looflijk complex vraagstuk. Spreker acht het onjuist om aan de hand van
een vraag van een oudercommissie, om te helpen het zwembad af te bouwen,
te proberen deze materie in êén keer boven water te halen. Vandaar dat
de commissie het misschien tamelijk simpele standpunt heeft ingenomen
dat ons nu f 10.000,-- wordt gevraagd en dat men, althans in zo'n geval
zeker "ja" behoort te zeggen, maar dan behoort men niet meteen hieraan
een problematiek te koppelen, want dat zou alleen maar schade doen aan
het belang waar het om gaat: de zeer ingewikkelde materie van de inter-
gemeentelijke kostenverdeling. Vandaar dat in de commissie voor de
financiën, maar ook in sprekers fraktie, het standpunt is ingenomen dat
dit op het ogenblik volstrekt niet terzake doet en een onderwerp is dat
beter ter sprake kan worden gebracht bij de begrotingsbehandelingals
men daartoe tenminste aanleiding vindt.
De heer Reeringh sluit zich bij de woorden van de heer De Ruiter aan.