25 september 1974 1973, nadat de commissie voor de bedrijven in gunstige zin had geadvi- seerd, artikel 8 van de verordening op de prijzen van gas, water en elektriciteit is gewijzigd in dier voege, dat men gekozen heeft voor een doorberekening van de aan de gemeente opgelegde heffing aan de ge- bruikers. Het college heeft daaraan later nog een praktisch punt toege- voegd en gesteld dat in Heemstede in 1973 de begroting van het elektri- citeitsbedrijf in baten en lasten sluitend was, dat dat zich ook liet aanzien ten aanzien van 1974 en dat het dus alleen reeds uit budget- tair oogpunt bezien nodig was om de heffing - indertijd een ton - door te berekenen. Het probleem waar wij ons thans voor gesteld zien is enerzijds dat men naar sprekers mening in een democratie zich op het standpunt moet stellen dat v/etteiijke bepalingen er nu eenmaal zijn ora nageleefd te wordenterw.ijl deze kwestie andêrzijds allerwege in be- weging is gekomen, niet alleen in Nederland op alle niveau's, maar ook in het buitenland, en dat een groot aantal burgers met deze problematiek om principiële redenen bijzonder veel moeite hebben. Sprekers fraktie neeft alleszins begrip voor dit principiële standpunt, hoewel hij zich ten deze bij de heer De Ruiter aansluit en niet zover zou willen gaan aat hij het woord "gewetensbezwaren" ten deze van toepassing acht. Hij is van mening dat zolang de wetgever nog geen blijk geeft, dat zich od korte termijn veranderingen zuilen voordoen, de gemeente, voorzover die met de problematiek van doen heeft, dat ook niet moet doen. Hij zou zich echter zeer goed kunnen voorstellen d.at wij ons op eventuele wijzigingen in de toekomst op het stuk van de wetgeving in dit verband, nader zouden kunnen beraden en alleszins begrip zouden kunnen opbrenqen voor deze eventueel te verwachten wijzigingen. h.en moei. als een goed ding het feit onderkennen dat de regering de kwes- tie nader wil onderzoeken en bestuderen. Vanzelfsprekend is het van het grootste belang dat punten ten aanzien van veiligheid, milieu en volks- gezondheid, die in deze een heel belangrijke rol spelen, goed en grondig onderzocht moeten worden gezien de toenemende twijfel op dit stuk. Mevrouw Borghouts heeft gesproken van principiële bezwaren en heeft zich op een min of meer principieel standpunt gesteld; zij sprak ook van geweoensbezwaren 1Het woord "gewetensbezwaren" gaat spreker iets te ver, hoewel het misschien wel aardig is te vermelden dat het gerechtshoi in Leeuwarden, aat op 10 juli 1974 een arrest over deze zaak heeft qe- wïf\.Jn ee- proceduCe van het elektriciteitsbedrijf tegen Smit - welke zaak thans in cassatie door de Hoge Raad zal worden behandeld- in ëén van de overwegingen op het einde van het arrest heeft gesteld: "dat het op de weg van Srnit lag om bij de door hem voorgedragen gewetensbezwaren- nier ziet men wel het gebruik van dat woord, mäar het Hof laat het ver- der în het midden - andere wegen te zoeken dan een tot het elektrici- teitsbedrijf gerichte weigering tot betaling, gelijk hiervoren is qe- relateerd." 3 Spreker herhaalt dat hij een heel eind kan meegaan met de gevoelens die de mensen die deze principiële bezwaren hebben beheersen. Aan de andere kant zou tegenover het standpunt dat door mevrouw Borghouts is ver- woordgesteld kunnen worden dat men het over het algemeen niet prettig vmdt om loon- of inkomstenbelasting te betalen, maar dat men toch niet zovet gaat om te steilen dat men een bepaald gedeelte, dat bijvoorbeeld uit zijn belastinggeld voor de defensie is bestemd, in een speciaal potje zou willen storten om daar dan een eigen bestemming aan te willen geven. Hij gelooft dat dit in het algemeen gesproken een onvoldoende loyale opstelling is met betrekking tct het uitvoeren van wettelijke

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1974 | | pagina 8