22 31 oktober 1974
verkeerd heeft begrepen. Wat hij bedoelde was niet de technische in-
formatiemogelijkheden en de know how van de controleur zelf. Wat hij
bedoelde was dat, gezien het niveau van de man die we aantrekken, en
daar bedoelt spreker niets denigrerend mee, dus de werkzaamheden waar
we aan denken en gezien de mogelijkheden die Heemstede als gemeente
zelf financieel heeft voor het opbouwen van een apparaat, het vol-
strekt ondenkbaar is dat deze man op een aantal zaken die hij zal
konstateren adekwaat kan reageren zonder steun van roensen die daar-
bij verstand van zaken hebben. Dat is wat spreker bedoelde toen hij
stelde dat de controleur mogelijkheden moet hebben die geschapen
moeten worden via kontakten van het college met in eerste instantie
het college van burgemeester en wethouders van Haarlem, omdat daar
voorlopig nog de enige kennis is - hij hoopt dat er op korte termijn
iets bij het gewest gaat ontstaan, zodat het misschien aliemaal wat
geroakkelijker zal gaan - om terug te vallen op technische know how
en de informatie die in andere gemeenten, en dan met name in Haarlem,
bestaat bij de uitoefening van zijn taak.
De heer De Ruiter merkt op dat de toelichting van de wethouder en
de voorzitter in hoge mate aan de problemen van zijn fraktie is tege-
moet gekomen, in die zin dat hij er vertrouwen in heeft dat het in-
stituut van milieucontroleur op den duur goed zal kunnen funktioneren,
mits de wil van alle betrokkenen daarbij duidelijk voorop staat.
Spreker kan de opvatting van het college delen dat dit eerst maar eens
even moet functioneren om dan eventuele wrijfpunten weg te nemen en
op die manier tot een uiteindelijke toestand te komen. Spreker vraagt,
waar dit een zo duidelijk politioneel karakter heeft, of het dan niet
gewenst is deze zaken dan ook maar in beide commissies - wellicht is
dat een stukje koördinatie tussen de raadsleden die deze zaak dan van-
uit verschi11ende invalshoek bekijken - te doen behandelen.
Tenslotte vraagt hij waarom de taakstelling niet meteen bij de behan-
deling in de commissies betrokken is geweest, waar hij al vanaf 1973
bestaat?
De heer Van Emmerik vraagt, gezien de eensgezindheid tussen de
voorzitter en de heer Jager over het punt dat de railieucontroieur meer
is dan een reinigingscontroleur, of deze beide functionarissen wel in
de termen vallen van het besluit transaktie in nanden van de politie,
of zij dus de bevoegdheden van dit besiuit hebben.
Wethouder Sprangers merkt op dat de heer Jager toch nog een zekere
angst heeft laten doorklinken voor de prioriteit die het politionele
aspekt van de milieucontroleur zou kunnen krijgen. Bij spreker leeft
die angst niet zo zeer. Hij wil er nogmaals ae nadruk op leggen dat,
zodra hem uit de rapportage zou blijken dat de roilieucontroleur bij-
voorbeeld zwaar het accent legt op het politionele facet van zijn
taak, spreker de eerste zou zijn om daarin dan stappen te ondernemen,
en hij zou'in dat geval dus ook niet aarzelen oro ten principale te
stellen dat de milieucontroleurnaar sprekers inzicht, op het ver-
keerde spoor zit. Spreker wil nadrukkelijk verklaren dat hij daarop
zeer attent zal zijn. Hij tilt zwaar aan het uitvoeren van specifieke
milieutaken en hij kan zijn woorden wellicht wat beter ondersteunen
door te vertellen dat hij bij de sollicitatiegesprekken, die met de
verschillende kandidaten zijn gevoerd, duidelijk heeft laten blijken
dat, ook in de aanstelling van de milieucontroleur, sprekers in-