2e afd.
28 november 1974 ^5
6. Voor de toepassing van lid 1 wordt de gewezen ambtenaar geacht de
in dat lid genoemde leeftijden te hebben bereikt op de eerste dag
van.de maand waarin hij deze bereikt.
Artikel 5.
1. Van het ter hand nemen van enige arbeid of bedrijf doet de gewe-
2en ambtenaar onverwijld mededeling aan burgemeester en wethouders.
Daarbij doet hij, voorzover mogelijk, opgave van de înkomsten,
hij uit dien hoofde zal verwerven, alsmede van de kinderbijs ag
welke, onder welke benaming ook, elders wordt ontvangen; mj is
verpl icht om, indien die inkomsten tijdelijk of blijvend W1JZ191"9
ondergaan, daarvan tijdig voor het verschijnen van de eerstvolgende
uitkeringstermijn nadere opgave te doen. Zijn de inkomsten me
vooraf op te geven, dan doet hij tijdig vöör het verschijnen van
elke uitkeringstermijn opgave van de inkomsten die hij sedert net
ter hand nemen van de werkzaamheden of sinds de vorige opgave hee,t
genoten. Brengt echter de aard der werkzaamheden mede dat de înkom-
sten over een langere termijn moeten wor'den berekend, dan geschiedo
de opgave over die langere termijn en kan op de uitkenng een voor-
lopige vermindering worden toegepast naar een geraamd bedrag van cne
inkomsten, onder voorbehoud van nadere verrekemng aan net einde van
evenbedoelde termijn.
2. Indien de gewezen ambtenaar de verplichtingen, genoemd in lid 1,
niet of niet volledig nakomt, wordt hij geacht gedurende de tijd
dat hij nalatig is dan wel over de periode waarover hij onjinste
gegevens heeft verstrekt, inkomsten te hebben genoten tot een^zo-
danig bedrag dat de uitkering niet betaalbaar is, tenzij hij de
leeftiid van 55 jaren reeds heeft bereikt, in welk geval ae uit<e-
ring beperkt blijft tot het bedrag van het pensioen waarop hyj recht
zou hebben indien hij zou zijn gepensioneerd met ingang van de da-
tum van zijn ontslag.
3. De gewezen ambtenaar wordt geacht door het aanvaarden van de uitke-
ring er in te bewilligen dat zij die daarvoor naar het oordeel van
burqemeester en.wethouders in aanmerking komen, de înMchtyngen ver-
strekken welke voor de uitvoering van deze verordemng noodzakenjk
zijn.
Artikel 7.
1. De gewezen ambtenaar is verpMcht zich op aanzegging van burgemees-
ter en wethouders geneeskundig te doen onderzoeken.
2. Indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders het resul-
taat van het geneeskundiq onderzoek, bedoeld in Md 1, daartoe aan-
leiding geeft, kan de gewezen ambtenaar door burgemeester en wethou-
ders worden verpMcht zich aan een geneeskundig onderzoek volgens de
bepal ingen van ae Algemene burgerlijke per.sioenwet te onderwerpen.
- 5 -