158
c. naar het oordeel van burqemeester en wethouders de geschiktheid
heeft de brandbestrijdingswerkzaamheden te leiden, waarbij ten
hoogste twee bluseenheden tot inzet komen.
Artikel C 6.
1. Voor bevordering tot adjunct-hoofdbrandmeester komt binnen het
raam van de organieke sterkte in aanmerking de brandmeester die.
a. een diensttijd in de rang van brandmeester heeft van ten
minste twee jaren;
b. een opleidingscursus voor vrijwillig brandweerofficierblij-
kens een eindgetuigschrift, met vrucht heeft gevoigd;
c. naar het oordeel van burgemeester en wethouders de geschikt-
heid heeft om bij brand als bevelvoerder op te treden.
2 Vo'or bevordering tot adjunct-hoofdbrandmeester komt binnen het
raam van de organieke sterkte tevens in aanmerking de adspirant-
officier die:
aeen diensttijd bij de brandweer heeft van ten minste twee
jaren;
b. een opleidingscursus voor vrijwillig brandweerofficier, biij-
kens een eindgetuigschrift, met vrucht heeft gevolgd;
c. naar het oordeel van burgemeester en wethouders de geschikt-
heid heeft om bij brand als bevelvoerder op te treden.
Artikel C 7.
Voor bevordering tot adjunct-hoofdbrandmeester le klasse komt binnen
het raam van de organieke sterkte in aanmerking de adjunct-hoofd-
brandmeester die:
als zodanig een diensttijd heeft van ten minste twee jaren.
Artikel C 8.
Voor bevordering tot hoofdbrandmeester komt binnen het raam van de
organieke sterkte in aanmerking:
de brandweerofficier die wordt benoemd in de functie van ondercomman-
dant.
Artikel C 9.
Voor bevordering tot hoofdbrandmeester le klasse komt binnen het
raam van de organieke sterkte in aanmerking de brandweerofficier
die:
wordt benoemd in de functie van commandant.
Artikel C 10.
1 De bevordering geschiedt door burgemeester en wethouders. Ten aan-
zien van het besl-uit tot bevordering is het bepaalde in artikel
B 9, eerste lid, en tweede lid, onder d, van overeenkomstige toe-
passing.
2e afd.
28 november 1974