mm 28 november 1974 19 bekeken zou worden of er inderdaad aanleiding zou zijn om hierin al dan niet wijziging te brengen, als we dat zelf kunnen. Als er een rijksregeling is opbepaalde punten, dan hebben wij daar natuurlijk op zich geen zeggenschap meer over. Tenslotte zegt.spreker zich te kunnen verenigen met de aanpassing van de leges. Er zitten, althans procentueel gezien, fikse ver- hogingen tussen, maar aan de andere kant is het volstrekt duidelijk dat de kosten die nu in rekening worden gebracht in feite bij lange na nog niet kostendekkend zijn voor de diensten die worden verleend. De heer Van Emmerik heeft zich er enigszins over verbaasd dat nog steeds naast inlichtingen uit de burgerlijke stand, ook het massaal verstrekken van inlichtingen uit het bevolkingsregister in de leges- verordening voorkomt, omdat dit eigenlijk naar zijn mening regelrecht in strijd is met artikel 90 en volgende van het Besluit Bevolkings- boekhouding, waar duidelijk wordt uitgegaan van het principe dat de gegevens uit het bevolkingsregister geheim zijn. Er wordt een rege- ling gegeven in de volgende artikelen welke categorieën onder be- paalde voorwaarden wel inlichtingen kunnen krijgen, maar zeer na- drukkelijk is uitgesproken, en dat is ook nog eens in een overheids- uitzending, van binnenlandse zaken, uitdrukkelijk gesteld, dat het aan de gemeentebesturen verboden is gegevens uit het bevolkings- register te verstrekken voor commerciële doeleinden. Want daar gaat het natuurlijk bij die massale verstrekkingen vaak om. Nu is het wel zo dat er zich de laatste jaren een verschillende praktijk heeft ontwikkeld sinds de invoering van het Besluit Bevolkingsboekhouding bij de diverse gemeenten. De ene gemeente blijft die gegevens massaal verstrekken en de andere gemeente verstrekt die niet, op grond van de zeer duidelijke bepaling van het Besluit Bevolkingsboekhouding. Nu kan men zich afvragen waarom die andere gemeente het dan wel doet. De oorzaak daarvan ligt in de verhouding tussen de bevolkingsregisters en de registers van de burgerlijke stand. Het Burgerlijk Wetboek zegt uitdrukkelijk in artikel 16 dat de registers van de burgerlijke stand openbaar zijn. Nu is de vraag natuurlijk hoever men bij de gegevens van de burgerlijke stand kan gaan met die openbaarheidDie openbaar- heid is volgens spreker zeer duideiijk van het begin af aan bedoeld geweest - want toestanden als massale verstrekking en dan nög met een citograf en zo, heeft men naar zijn mening niet voorzien - als het gaat om een incidentele aanvraag. Als men bijvoorbeeld wi1 weten of iemand overleden is, dan moet dat dus uithet register naar boven komen. De gemeenten die toch die massale inlichtingen blijven verstrek- ken doen dat via de gegevens van de burgerlijke stand. Nu is de bur- gerlijke stand met zijn registers natuurlijk heel iets anders dan het Bevolkingsregister. De positie van de ambtenaren van de burgerlijke stand is ook een andere dan de ambtenaren - het kunnen overigens ambte- naren zijn die beide functies bekleden - ter gemeentesecretarie voor het bevolkingsregister. Er is dus een zekere discrepantie tussen het verstrekken van gegevens van de ene geraeente uit de burgerlijke stand en van de andere gemeente uit het bevoikingsregister. Over de burger- lijke standgegevens kan men dus twisten. De minister van justitie heeft op een vraag uit de Kamer toegezegd dat die zaak zal worden be- kskGH Dô nnkm i vö n în Hû uftrm uan ppn wii7"in"infl VAn het Besli

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1974 | | pagina 19