22
19 december 1974
Naar het oordeel van mijn fractie dienen er een aantal dinqen te qe-
beuren om in de toekomst tot een werkelijk weizijnsbeieid te komen.
In de eerste plaats menen wij dat op de een of andere manier een op
dat welzijnsbeieid gerichte beleidsvoorbereidende ondersteuning voor
co lege en raad gevonden dient te worden. Er zijn daarvoor een aan-
.al mogeiîjkheden waarvan ik er twee noem. Men kan kiezen voor het
aantrekken în gemeenteiijke dienst van een welzijnswerker die erva-
hingheeft in de beleidsaspecten verbonden aan de opbouw van een
welzijnsbe eid. Hieraan zijn een aantal nadelen verbonden te weten:
a. de problemen met selectie zeker als men om een ervaren kracht
vraagt
b. het risico dat het behooriijk lang duurt voordat je iemand vindt
c. het in deze sector niet denkbeeldige gevaar dat als de man of
vrouw eenmaai gaat werken hij of zij niet in de smaak valt bij
de organisaties waarmee moet worden samengewerkt zodat er daar-
door weimg van de grond komt.
Op grond van deze nadelen zouden wij dan ook eerder denken aan de
volgende mogelijkheid. De gemeente Heemstede is aangesloten bij de
Stichting Orgaan voor Overleg en Advies of wel het provinciaal op-
bouworgaan. Dit orgaanheeft onze gemeente al bijgestaan bij zaken
als het gemeenschapshuis en nu nog bij de inspraakorocedure
Binnenweg.
Wij zouden onderzocht willen zien of het mogeiijk is dat het pro-
cmciaal opbouworgaan, eventueel tegen vergoeding van kosten, qe-
durende een nog nader te bepalen periode, voor bijvoorbeeld 2 3
dagen m de week een ervaren kracht in onze gemeente detacheert
Naar ik heb begrepen rekent het opbouworgaan iets dergelijks wel tot
jn taak. Op die mamer wordt enerzijds wel voorzien in een naar
°ns oordeel noodzakelijke deskundige ondersteuning van colleqe en
raad, terwijl anderzijds de nadelen van het direct in gemeentedienst
nemen van een dergelijke kracht worden ondervangen
Voordeel is boyendien nog dat een op zo'n manier bij de gemeente
gedetacheerde kracht zeer eenvoudig terug kan vallen op de know-how
van net opbouworgaan als geheel en voorts dat hij zich tegenover de
mstanties enorganisaties binnen onze gemeente die zich met wel-
zijnswerk bezig houden wat onafhankelijker kan tonen dan een ambte-
naar ter secretarie.
Wij verzoeken het college om bij de voorbereidingen van de beleids-
nota de moge1ijkheden hiertoe te onderzoeken.
Waarom nu achten wij deze toevoeging van een nieuwe discipline nood-
kelijk. Dat komt voort uit o.a. de volgende punten die naar ons
oordeel op korte termijn aangevat moeten worden, terwijl daarvoor
bmnen ons huidige apparaat niet de benodigde mankracht aanweziq is.
üm tot een welzijnsbeleid te komen dat ook realiseerbaar is zal het
tot stand moeten komen in nauw overleg met betrokken werkers. Naar
het oordeel van mijn fractie is daarvoor de instelling van een wel-
zijnsraad waarm alle betrokken disciplines zijn verteaenwoordigd,
gewenst. Een dergelijke welzijnsraad moet "het platform'zijn voor
een dialoog tussen gemeentebestuur en welzijnswerkers over het te
ontwikkelen welzijnsbeleid.
Het is denkbaar dat de huidige sociale beurs, een vorm van parti-