1.9 december 1974
23
culier initiatief zoals het college zegt, tot een derqelijke welzijns-
raad wordt omgebouwd c.q. daarin wordt geïntegreerd. Mijn fractie
verwacht van het coilege terzake een actief beleid en geen afwachtende
houding.
Het voorbereidende werk hiervoor zou een belangnjk onderdeel kunnen
zijn van de taak van de door mij bedoelde medev/erker.
Een ander punt dat tot de taken van deze medewerker gerekend zou moe-
ten worden is de kwestie van de wijkvoorzieningen en de daarmee
samenhangende vraag van de al dan niet wenselijkheid/noodzakelijkheid
van een gemeenschapshuisMijn fractie is van mening dat op korte
termijn een begin gemaakt moet worden met de opbouw van voorziernngen
in de wijken. Dat betekent niet dat wij tegenstanders zijn van een
toekomstig gemeenschapshuisEerder het tegendeel is het geva
Ook wij zien in een gemeenschapscentrum een belangrijke mogeljkheid
tot het op een hoger peil brengen van het sociaal-culturele voorzie-
ningen-niveau in onze gemeente. De realiteit gebiedt echter te con-
stateren, dat de realisering van deze gedachte een zaak van langere
termijn is. Enerzijds gezien de resultaten van ae terzake gevoerde
inspraakprocedure, anderzijds gezien het feit dat in april j.l. door
deze raad is besloten om een beiangrijk trekpaard voor een eventueel
gemeenschapshuiste weten de bibliotheek, voor een lange periode
onder te brengen in een ander, vrij kostbaarhuis.
Mijn fractie is van oordeel dat het opbouwen van voorzieningen in de
wijken niet kan wachten op de eventuele totstandkoming van een ge-
meenschapshuis.
Overigens zien wij wel mogelijkheden voor het tijdelijk onderbrengen
in "de Meerlhorst" van een aantal functies die in een gemeenschaps-
huis thuis horen.
Kortom, er is voldoende werk aan de winkel in deze zo belangrijke
sector
Bovendien kunnen we het naar ons oordeel ons niet permitteren dat
we.rk te lang te laten liggen.
Zojuist heb ik gesproken over de noodzakelijkheid van wijkvoorzne-
ningen.
Ook vanuit een andere gezichtshoek zou ik nog iets willen zeggen over
de wijkgedachte.
Mijn fractie ziet in het scheppen van wijkvoorzneningen mede een mo-
gelijkheid tot het uitbouwen en verdiepen van de gemeentelijke demo-
cratie. Ook het college denkt wel in die richting getuige het ant-
woord op de vraag op welke wijze inhoud gegeven gaat worden aan de
relatie gemeentebestuur-wijken.
Wij zijn in dit verband van mening dat actief ingespeeld zal moeten
worden op spontaan opkomende of al opgekomen wijkcomité s. De ge-
meente zal niet alleen een willig oor moeten hebben voor de wensen
en ideeën van deze comité's, maar zal ze ook daadwerkelijk moeten
activeren en stimuleren al was het aiieen maar door het ter be-
schikking stellen van faciliteiten voor bijeenkomsten, reproductie,
verzending van stukken, informatie enz. enz. De tot nu toe bestaande
comite's richten hun activiteiten voornamelijk op verkeersaangelegen-
heden en dat is bepaald niet oniogisch. Toch is het mogelijk dat dit
soort groeperingen zich ook gaat bezighouden met andere onderwerpen
die de belangen van hun wijk raken.
