19 december 1974 45
aarwaard, ook met instemming van de fractie waar de heer WiTlemse in de
Kennemerraad op dat moment deel van uitmaakte. De heer Wiliemse he.
uiteindel ijk voor de konklusies zoals die nu hier staan gestemd. Hijheei t
dit niet verworpen. Toen zijn motie was verworpen heeft hij vervolgens
wel voor de konklusies die er töen lagen gestemd, în tegenstellmg tot
bijvoorbeeld de Partij van de Arbeid în de oude samenstelling.
Snreker citeert: ons op te dragen om met toepassing van artikel z9
van de regeling gewest Kennemerland, ondertussen geworden artikel 31,
de noodzake jke procedures bij de organen van de deelnemende gemeen-
ten aanhangig te maken om te komen tot de overdracht van die bevoegd-
heden welke noodzakelijk zijn voor het ontwerpen van een geweste j
woningbouwprogramma ter bespreking met de deelnemende gemeenten; het
ontwikkelen van een regionaal huisvestingsbel|eidwaarmee de 9elJee
ten bij de uitvoering van het plaatselijk huisvestingsbelei re^e g
houdenhet ontwikkelen van een beleid tot een harmonieus kwaTitatie
hooqwaardige werkgelegenheid en het voeren van overleg met de daar-
voor in aanmerking komende instanties terzake van het overloopbeleid
met name via de stuurgroep noordeiijk deei randstad, ons het dage
lijks bestuur van het gewest Kennemerland - od te dragen overigens
het noodzakelijke te verrichten ten behoeve van de realnsering van
de in het pre-advies bedoelde maatregelen op kortere en langere ter
mijn." Dat is een bestuurlijke uitspraak van de Kennemerraad; van-
daar dat het argument dat de heer Willemse aanvoert, datin heo de"
bat qebleken is dat de geieerden het er met over eens zijn, een
is waar we zolang de mensheid bestaat niet vanaf zullen komen. Daarom
iuist zijn er bestuurders om uiteindelijk een keuze te maken uit d_
aanbreng van de kant van geieerden. De Kennemerraad heeft een derge-
liike keuze gedaan en spreker meent dat dit aanleiding zou moeten
zijn voor het coilege van burgemeester en wethouders om op basis
daarvan te kijken of zij met dergeiijke bestuurlijke keuzen zou kun-
nen instemmen. Dat betreft het bestuurlijk gewicht van deze nota.
Spreker heeft van het begin af aan in de diskuss;es over het plan
Merlenhoven al bezwaren gemaakt tegendit plan en heeft met name ook
op deze regionale aspecten gewezen. Hij was daarin met aileen ;n
raad in zijn Oude samenstellingwant ook de heer Brandsma heeft
daar toen in de raadscommissies op gewezen. Spreker vindt dat het
wel erg ver gaat als de wethouder stelt dat er nu een plan ligt aat
panklaar is. Hij gelooft dat dit niet helemaal waar îs, als men ten-
minste inhoud wil geven aan de gedachten, cne tijden geleden în
deze raad zijn aanvaard, van de mogelijkheid van een stuk reele bein-
vloeding van een gemeentebestuurten aanzien vanhet beleid dat het
voert, door de burger. Die burger moet nog, en krijgt dat natuurl ijk
ook in de bezwaarschriftenprocedure, de kans, maar spreker gelooft
niet dat dit de meest zinnige weg is om over een dergelijk plan te
pratenSpreker heeft gesteld dat men hier te maken heeft met 427
woningen, dat is in zijn totaliteit 6% van de womngen die m het
qewest nog te bouwen zijn. Hij vindt dat een gemeentebestuur in de
situatie waarmee men in de regio Kennemerland zit, zich met kan
permitteren om een dergelijk plan zonder overleg te plegente rea-
liseren, en zeker niet in het kader van de aanvaarding van genoemde
nota door de KennemerraadNiet dat hij daar nu vöor is, maar e.
zou kunnen zijn dat besloten wordt om het land van /an Schie vo!
te bouwen met zeer dure bungalows; dat zou kunnen als dat zou passen
in een regionaal woningbouwbeleid, waarin dan wel de garanties z°u"
den zijn voor de mogelijkheid van de opvang van minder draagkrachtigen.