20 december 1974 21 De heer Jager heeft qeconstateerd dat wij al jarenlang een overwinst maken met hëFgäs en dat we die ook gebruiken voor de alqemene dienst Hii heeft daar geen overwegende bezwaren tegen, want men kan înderdaad dergelijke middelen ook in'andere sfeer gebruiken. Omdat het een struk- turele zaak is en de kosten die wij maken voor de gasdistnbutie niet zo hoog zijn dat wij dit soort tarieven nodig hebben, vindt hij dat wij enigszins tegemoet kunnen komen in de sfeer van de gebruikers het gas door een dergelijke service te verlenen. Wethouder Van Drooge zegt dat dit natuurlijk een stuk verder gaat dan in het antwoord is verwoord. Spreker zegt dat de heer Jager ze stelt dat het een strukturele kwestie is. Afgezien van de ^stalia- tiedienst moet men niet vergeten dat het bedrijf ook met alles teg lijk aan kan pakken. Dit lijkt hem iets van wat verdere toekomst. Spreker heeft reeds gesteld dat dit eerst in het coll'ege moet worden bekeken. Als de installatiedienst zover is dat deze dergelijke ta<en op zich zou kunnen nemen, dan vormt dat opmeuw een punt van overwe- ging bij het college of het zover moet gaan. De heer Jager vraagt of het college bereid is, zodra het onderzoek van het V.T.G./Gasinstituut is afgerond, over dit punt met een korte nota in de raad zou kunnen komen, zulks naar aanleiding van de re- sultaten van het onderzoek naar wat de installatiedienst zou ^unnen doen, en of er misschien aanleiding bestaat, als dat noodzakelijk zou zijn, toch bijvoorbeeld de Gaswacht in te schakelen. Wethouder Van Drooge zegt dit toe. Punt 11. De heer De Jong brengt naar voren dat, nu wij gedurende enkele iaren aardqas uit eigen energiebronnen halen en aanwenden voor huis- houdelijk en industrieel gebruik, de gaslekbestnjding în een andere orde van grootte tot ons komt dan in de tijd daarvoor toen we stads- qas als energiebron hadden. Was de vochtigheidsgraad_van het stads- qas er de oorzaak van dat het aantal lekken in de tijdgezien vrij- wel konstant bleef, het verbruik van aardgas, dat aanzienlijk droger van samenstel1ing is, verhoogt de lekvorming in een toenemende mate. Omdat de bestrijding van gaslekken, naar hij aanneemt een probleem dat zich landelijk voordoet, te maken krijgt met een fundamenteel nieuwe aanpak, wordt er gezocht naar betere dichtingsmethoder, en technieken. Ook het qemeentelijk gasbedrijf volgt in deze nauwlet- tend de nieuwe ontwi'kkel ingen en heeft reeds op verschi 11 ende plaat- sen een nieuwe dichtingsmethode beproefd, waarvan de resultaten tot nu toe voldoen aan hoqe eisen met als extra zekerheid dat de toepassinq voor minimaal 7 jaar door de leverancier wordt gegaran- deerd, terwijl de gevolgde methode ons alle ongemakken van graat- werk, verkeersbelemmeringen enzovoort bespaart. De bestrijding van de lekken volgens de reeds genoemde techniek betekent, zoals blijkt uit het antwoord van het college op de vraag, dat alle verbindingen, zowel de lekkende als de niet lekkende, zullen worden behandeld. Het is hem daarom niet duidelijk waarom het college eerst de uit- slaq van een door het V.E.G./Gasinstituut onlangs begonnen studie over de methode van gaslekdichting wil afwachten. Hij is van memng dat hierbij een risiko wordt gelopen dat hij niet aanvaardbaar acht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1974 | | pagina 21