20 december 1974
25
uitgebracht door de sportfondsenbaden. Daarbij is nogal kritiscn ge-
oordeeid over de struktuur van de sportstichting, als orgaan, maar
daarnaast ook over de wijze waarop het zwembad v;ordt geëxploiteerd.
Dan zou men denken dat de wethouder, die in 1973 al kennis droeg van
die kritische kanttekening op dit punt, in 1974 iets verderkomt dan
als bestuurder van de gemeente een brief te schrijven aan zichzelf,
als voorzitter van de sportstichting, waarin wordt gevraagd om een
visie te geven op dat rapport. Spreker acht dat een duidelijk voor-
beeld van'de ongelukkige struktuur van de_sportstichting. Hij vindt
dat ook hier weer de vermenging van functies in een weinig gelukkig
effect resulteert. Wat het rapport op zich betreft is er alle aan-
leiding, de waardering nog in het midden latend, om vraagtekens te
zetten bij de juiste gang van zaken in de sportstichting zelf. Als
de directeur van de sportstichtinq in een intervieuw in dat rapport
vermeldt dat hij zich meer een secretaresse voelt in de uitoefening
van zijn functie, het nalopen van allerlei vergaderingen en hetmaken
van notulen, en niet aan zijn eigen werk toekomt, dan vindt spreker
dat een zo belangrijke kritiek dat hij had verwacht dat zeker een^
verantwoordelijk wethouder op dit punt eens had gekeken of dit juist
is en zo ja, wat er aan te verbeteren valt. Nogmaals zegt spreker
dat het hem niet om personen gaat maar om dezaak, en de zaak is het
waard om opnieuw bekeken te worden. Daarom vindt hij dat het ook in
deze raad dienstig is wellicht de struktuur, zuiver in positieve zin,
nog eens te bekijken. Hij hoopt dan ook dat de andere opmerking die
zijn fractie gemaakt heeft ten aanzien van het grote bedrag dat dit
jaar zal moeten worden uitgetrokken om de tekorten op de sport-
stichting te dekken, duideîijk wordt gezien in het licht van wat in
de algemene beschouwingen naar voren is gebracht ten aanzien van de
verhouding eigen bijdragen en de bijdrage van de gemeente. In dit
licht ziet zijn fractie ook de medische sportkeuring. Spreker vindt
het een goede zaak dat men, wanneer men sport bedrijft - er zijn
helaas in het verleden narigheden uit voortgekomen - eerst eens
kijkt of men dat fysiek wel aan kan en of dat allemaal wel verant-
woord is. Een consult van een huisarts - er wordt hier een verge-
lijking gemaakt met Haarlem waar men daarvoor wellicht de G.G. en
G.D. inschakelt; een gesubsidieerde instelling, zodat die vergelij-
king niet gelukkig is - kost om en nabij de f 20, Hij vraagt
zich af of dat, voor een medisch onderzoek of men geschikt is, zo'n
onoverkomelijke uitgave is en of het nu noodzakelijk is om derqelijke
zaken te laten subsidiëren. Men kan er verschillend over oordelen,
maar zijn fractie meent dat er, wanneer men het prioriteitenilijstje
hanteert, wellicht dringender zaken zijn dan deze om te subsidiëren.
Hetzelfde geldt ten aanzien van de tennisbanen. Het antwoord op de
desbetreffende vraag bevredigt spreker te genen deie. Om te ant-
woorden dat er elders bij gemeenteparken ook tekorten zijn en verder
te suggereren dat de particuliere banen - door misbruik te maken van
hun arbeidskrachten - tot een sluitende begroting komen, acht hij
een voorstelling van zaken die hij niet kan delen. Spreker is voor-
zitter geweest van een grote vereniging, met een zeer goede akkommo-
datie inclusief een avondverlichting, en deze vereniging financiert
alles toch uit eigen middelen. Het is dus zeer wel mogelijk, maar
ook hier wreekt zich het aandeel in het algemeen beheer. En juist