20 december 1974 35 Politiewet, die daarvoor ook zijn bepalingen heeft; aanwijzingen van hogerhând van de ministers van binnenlandse zaken en jujtjt e of via afspraken tussen hoofden der plaatselijke poiitie. de g AlfmenSîn dit verband over gewest praat, en spreker proeft in de vraaqstellinq de voorkeur voor qewestregeling boven gemeenschappe- liike regel ingdat moet men wel het volgende bedenken. Het PO11*1®" vraaqstuk is eên heet hangijzer. De iandelijke wetgever breekt zich periodiek het hoofd hierover. De regering js in Isaar 00*a van vraag punten uitqegaan van een systeem van een politie, gedecentraliseer naar de gewesten toe. maar - spreker wil hier waarsc uwen een moqeliike illusie - gewest is naar zijn memng hier zeker niet oe doeld in de zin van een "licht" gewest zoals de Kennemerraad dat overiqens op zich ook al een gemeenschappelijke regeiing îs. aaat hier bijvoorbeeld niet om vuilverwerking. Bij de brandweer ligt het anders. Dat blijkt ook uU het antwoord Daarhliqt°deeS naar de gemeenschappel i jke regeling geheel open en die naar het qewest is althans wat minder afgesloten Spreker denkt dat het verschil ligt in de verschi11ende geaardheid van beide ap oaraten. Brandweer is calamiteitsbestrijding, is hulpver emng. Politie betekent ook hulpverlening. Het bepaalde in artike. 23 van de Politiewet geeft als ?aak van de politie: het ver enen van hu p aar hen die deze behoeven. Maar daaraan gaat în hetzelfde artikei voorafdaadwerkelijke handhaving van de rechtsorde. De politie is veel meer dan de brandweer een machts- en 3e^9saP^r^t- Uitoefeninq van gezag en macht vereist als waarborg een strakke reqel i nq helder, overzichtel i jk, een duidelijke verantwoordeUjk- heid en democratîsch toezicht. Dat vindt men binnen degemeenn maar niet althans niet in voldoende mate, voor de overheidstaa waar we hêt hier over hebben, in het kader van de gemeenschappe- lijke regeling. Ook niet in het huidige gewest. Hopenjk vindt men dat straks weï in het gewest nieuwe stijl. De heer Jager zegt dat de vraagstel1ing in vraag 23 inderdaad is inqeqeven door bezorqdheid over het aspect dat ook de heer Van Emmerik aanhaalt: de mogelijkheden tot democratische controle od een zeer belangrijk machtsapparaat van de overneid. Mêt de heer Van Emmerik zegt spreker dat bij de P01?.^1® ^worden niet met de wet qemeenschappel ijke reqelmqen gewerht kan worden. Daarmee is meteen de problematiek aangegeven waarmee men komt te zitten als men wat spreker noodzakelijk vindt - met betrekking tot de politie een stuk samenwerking gaat realiseren. Ook în de Kennemerraad is over de regionalisatie van de politie qesproken. Soreker acht het volstrekt duidelijk dat de îndividuele burge- meesters, als hoofden van de politie in hun gemeenten, 1nterpel label bliiven. Een andere zaak is de kwestie van de orgamsatie en toerustinq'van het politieapDaraat. Ook daar heeft de raad van een qemeente een belanqrijke stem in het kader van het budget- rprht Dat budqetrecht van de raad ten aanzien van de politie en ;rïîj« «.n da polltie is het punt n.ent sprater, waar een aanknopingspunt «aar ook een gevaar îus. het loaisch dat als er een samenwerkingsverband gaat ontstaan tus $en de verschillende politiekorpsen, dat dan in het beperkte over-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1974 | | pagina 35