20 december 1974
te bezien voorzover in het overleg met de bewoners nietnog een
zekere ruimte moet worden gelaten voor ingrijpende wijzigingen,
omdat men natuurlijk die inspraak een yollednge kans wi ^ven
en omdat het college, hoe zorgelijk ook natuurlTjk de financiele
aspecten van het plan waren en blijven, voorshands van mening is
dat de financiële konsekwenties daarvan dragelijk zullen zij
in de context van het totale plan Het college I
alle coördinatie die denkbaar is om het ongetwijfeld ook uit
financieringsoogpunt belangrijke vraagstuk met onnodng op
schuiven in de tijd.
Wethouder Willemse zegt dat men pas met de riolering kan be-
ginnen als heT"plan in zijn totaliteit rond îs, want deze ideeen
verqen bijvoorbeeld weer een anriere wijze van regenwaterafvoer en
ook de koiken moeten bepaald worden. Dat hangt allemaal samen met
de riolering en met de situering. Het plan moet dus în zijn tota-
1iteit beoordeeld en goedgekeurd worden en met de bewoners tot
overeenstemming worden gekomen, en pas op dat moment_zou men mi
schien met een deel van de werkzaamheden kunnen beginnen.
De heer Kirschbaum is voor die voortgang juist enigszins be-
vreesd omdat de financiering ook nog wel enige maanden zal duren.
Hiiaelooft dat wanneer men een voorlopige begroting maakt juist
van de rioleringen, en daarin een variabele post opneemt voor
eventuele wijzigingen van bepaalde kolken en afvoeringen, men dan
tenminste met de voortgang van het geheel door kan gaan en rnet
hoeft te wachten, anders zou een en ander inderdaad over vele jaren
pas gerealiseerd worden.
De voorzitter wijst er nadrukkelijk op dat de raad betrokken b1^1
bij het van fase tot fase voortgaan in het verkeersstructuuronderzoek.
Daartoe is destijds besloten en dat betekent een planmatige benadenng
van deze zaken. Dit vraagt ti jd, die nodig is om zinvol be werken Het
overleg met de wijken zal als zodamg daardoor met hoeyen te stag
nerenSpreker meent dat de mededeling van de kant van de wetboiJder
dat er berekend en gerekend wordt om în îeder geval zo min mogehjk
tijd te verliezen, een belangrijke stap is_in de richting yan de be
doeling van de heer Kirschbaum. Dat wij met aile wyjken tegelijk
kunnen behandelen, en dat inderdaad een aantal pmncipiele besns-
sinqen ten grondslag liggen aan de hele verkeersstructuur-doorlich-
ting van de'gemeente, en dat de raad aan de hand daarvan stee<Js een
aantal plannen zal moeten toetsen die in de toekomstige fase moe
worden uitgewerkt, is onvermijdelijk. Aan de ene kant mag men ge.
verwachtingen wekken, maar aan de andere kant mogen de
weten dat ze betrokken zullen zijn bij de oplossingen, en dat het
college deze op de meest zinvolle wijze tijdig zal aansnyjden en
dat iedereen geacht mag worden te weten dathet college berei
voor bijzondere knelpunten ad hoc - beslissingen te nemen.
De heer Kirschbaum vraagt of, zodra dat mogelijk is, er
planning gegëven kan worden, zodat de mensen ook wat meer gerust zijn
over de realisatie van deze plannen.
De voorzitter zegt dat zodra het overleg ten aanzien yan Rozenburg
is neopêh'd' het college vrij spoedig daarna, met een zeker voorbehoud
ten aanzien van de financieringsvraag, tot verdere planmng kan komen