43 20 december 1974 mag voeren, maar dat men vaak moet atwachten wat ermee gebeurt. Wethouder Willemse is het eens met het standpunt dat het indienen van deze motie onverkort onze wens blijft handhaven tot de aanleq van een zuidelijke stadsrandweg. Hij meent dat het ook een logische konklusie is, omdat reeds in een veel eerder stadium, toen gesproken werd over de zuidelijke stadsrand wegdaaraan werd vastgeknoopt dat deze zuidelijke stadsrandweg wei- nig zin zou hebben ais er niet een vervolg op zou komen vanaf het einde van de zuideiijke stadsrandweg naar een aansluiting Zandvoortse laan. In deze gedachtenganq past dus inderdaad de afslag van Haarlem- hoog naar het politiebureau bij de vierspronq in Aerdenhout. Hij heeft er om twee redenen moeite mee om deze motie ter bestemder plaat- se te deponeren en te volstaan met aan de beide andere gemeenten een afschrift te sturen. De eerste reden is dat we een motie gaan aan- nemen die niet alleen betrekking heeft cp Heemsteeds grondgebied, maar die ook gaat beschikken over een deel van het grondgebied vân Haarlem en van BjoemendaalDe tweede reden is dat hij meent, zeker ais men gewestelijk wil gaan denken, en die bereidheid is de laatste tnjd in uoenemende mate uitgesproken, dat het al een vorm van goede samenwerking is om niet als gemeente sec iets te doen waar meer dan 2 gemeenten bij betrokken zijn. Hij wil er ook op attenderen dat we ook in een eerste stadium, toen we probeerden het zware verkeer uit Heemstede weg te krijgen, inten- sief overieg hebben gepleegd met de gemeente Haarlem, waarbij Haarlem toen bereid îs gevonden om het zware verkeer in die periode te laten gaan via de Zuiderhoutlaan en Spanjaardslaan. Wanneer deze motie tot resultaat zou leiden en de bedoelde afslaq zou er komen, dan meent spreker dat we hiervan alleen maar soelaas zouden kunnen verwachten wat betreft de ontlasting van het Heemsteedse verkeer, îndien deze zelfde route blijft gevoigd worden, namelijk via uiderhoutlaan en Spanjaardslaan. Dat betekent dat de gemeente Haarlem een blijvende extra verkeersdrukte krijgt ten opzichte van nu. Bij e tijdelijke verkeersdrukte van toen ging het om de tijd, zolanghet werk nog niet klaar was. Nu gaat het om een blijvende drukte, en hij vindt dat daarover overleg met onze nabuurgemeente Haariem moet plaatsvinden. De heer De Ruiter brengt naar voren dat overeenkomstig een desbe- tre.fend raadsbesiuit het college reeds eerder brieven over de aan- sluiting van de Westelijke Randweg heeft verzonden. Voorts merkt hij op dat een vertegenwoordiging van het college op 17 mei 1972 naar Den Haag is geweest om voor deze zaak te pleiten. Niemand zal kunnen onokennen dat dit een slepende zaak is. Hoewel ook spreker in de meeste gevallen overleg met nabuurgemeenten zai voorstaan, kan het toch wel eens, b'ijvoorbeeld in verband met de urgentie van een zaak, noodzakenjk blijken om van deze overigens goede gewoonte af te wijken. SpreKer acht het niet aan te bevelen deze zaak te verwijzen naar de Kennemerraad of weer overleg te gaan plegen met de andere gemeenten, omdat dit veei te veel tijd zal gaan kosten. Overiqens meent spreker dat Heemstede het recht heeft om een zaak, die voor haar van zo groot belang is, zonder overleg voor te dragen. Wel meent hij dat van het voornemen daarvan kennis kan worden gegeven aan de andere gemeenten. Spreker hoopt ook namens de andere onder- tekenaars van de motie te kunnen spreken als hij deze motie onver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1974 | | pagina 48