50
20 december 1974
alle mogelijkheden geeft over de inhoudelijke zaak van deze motie
verder overleg te pleqen, omdat de raad beducht is anders te laat te
komen voorde aanwijzing van de minister. Spreker zegt - het klinkt
halfslachtig, maar is voor 100% positief bedoeid - dat de motie bij
aannemen zal worden uitgevoerd, maar dat tevens met de andere ge-
meenten op zo kort mogelijke termijn in overleg zal worden getreden.
De voorzitter konstateert dat de motie zonder hoofdelijke stem-
ming is aangenomen, onder aantekening dat mevrouw Diei en mevrouw
Borghouts geacht wensen te worden te hebben tegengestemd.
Punt 32.
r,evrouw Borghouts zou gaarne wilien vernemen of de pogingen om een
mondhygiëniste aan te trekken nog steeds worden voortgezet. Zij merkt
op dat dit eventueel een part-time dienstverband kan zijn.
Wat betreft de diëtiste is spreekster het niet eens met het stand-
punt van het college. Het geven van algemene voorlichting kan wel
degelijk zin hebben als men het doeigericht doet aan verschillende
groeperingen in de gemeente, zoals vormingscentra, consultatie-
bureau s, bejaardencentraschoien, en dergelijke. In het begin zou
de dietiste een part-timekracht kunnen zijn; iater kan het dienst-
verband zo nodig langer worden.
Wethouder Sprangers deelt mede dat het onderwerp mondhygiëniste
onderwerp van besprekTng is geweest in de iaatste vergadering van
de commissie van tcezicht op de schooltandartsendienst. Hij heeft
de mening van de vergadering, juist ook in verband met de opmerking
în de memorie van antwoord getoetst; de vergadering was unaniem van
mening dat zeker in ful1-timeverband de aanstelling van een mond-
hygieniste niet zo opportuun was. Daarna heeft hij gevraagd of de
commissie dan bereid was een voorstel te ondersteunen waarin werd
verzocht aan met name tandarts Beets, die spreker heeft toegezegd
dat hij wilde onderzoeken of één van zijn collega's in Haarlem
weilicht een mondhygiëniste in part-time dienst had, of die mond-
hygiëniste eventueel ook part-time in Heemstede werkzaam zou kun-
nen zijn. Spreker wacht de uitslag van het onderzoek van de heer
Beets af en zal dit nog nader mededelen.
Ten aanzien van een diëtiste merkt spreker op dat als volgens de
gemeenteari.s de huisartsen geen behoefte hebben - de gemeênte-arts
heeft namelijk de konklusies van de huisartsen gebundeld; datwaren
er 12 - aan de aanstelling van een diëtiste, dan vraagt hij zich
ar of het college dit dan in twijfel moet trekken. Als mevrouw
Borghouts vraagt of het college dan alsnog de moeite zou willen
nemen om te bezien of zo'n diëtiste niet nuttig zou kunnen zijnbij
het geven van algemene voorlichting, dan zegt spreker dat het col-
lege te allen tijde bereid is om mogelijkheden te onderzoeken, maar
men zal het het college daarnaast niet kwalijk nemen als het de
uitspraak van de gemeente-arts zwaar laat meewegen.
Mevrouw Borghouts is tevreden over het antwoord met betrekking
tot de mondhygiëniste, in tegenstelling tot het antwoord inzake de
dietrste. Zij legt de nadruk op het feit dat er verschil is tussen
een dietiste, die algemene voorlichting gaat geven in de zin zoals
zij bedoelt, en een diëtiste waar de Heemsteedse huisartsen geen
behoefte aan hebben. Dat zijn 2 verschmende zaken.