52 20 december 1974 Een ander onderwerp dat ook nog eens besproken zou kunnen worden in een gesprek dat spreker persoonlijk zal hebben met de huisartsen, etreft de ru.initelijke indeling van het Gezondheidshuis. De heer Kettenis is verheugd dat de wethouder heeft toeqezeqd dat ij in een gesprek de kwestie dat de 1eeftijdsgroep omlaag moet, zal aansmjden. Spreker geiooft dat dit onderzoek niet zo'n prbleem zal vormen. Gezien het feit dat bijvoorbeeld gemeenten als Veenendaal en IJmuiden dit al doen, meent spreker dat ook Heemstede daar zeker aa.n ,mee zou kunnen doen, zodat we verder kunnen gaan en niet zo lang hoeven te wachten op allerlei instituten. Wethouder Sprangers zal de gemeente-arts verzoeken om in het vol- gende gesprek met dëTuisartsen dit nogmaals op de rol te plaatsen. Punt 34. Mevrouw Bernelot Moens vraagt of de mogelijkheid bestaat om bij het voortgezet onderwijl voorlichting te geven over anti-concentie methodieken door middel van een bevoegde, goed georiënteerde kracht, namelijk een medicus. Zij tekent daarbij aan dat ook door de toe- nomJan vTePS^f geslachtsziekten een zekere voorlichting op dat gebied noodzakelijK is. Spreekster vraagt of het in dit verband mo- genjk îs kontakt op te nemen met regiona'le instanties op het qebied van volksgezondheid en onaerwijs. Wctnouder Spranoers kan uiteraard geen suggestie doen om nu maar eens te gaan Stimuleren dat er wat meer anti-conceptiële voorlichtinq de scholen moet worden gegeven. Het is bekend dat aan dit onder- werp wel dege.-jk aandacht wordt besteed. Spreker zegt'dat ook de vraag van mevrouw Bernelot Moens een onderv/erp van bespreking zou kunnen zijn iri het artsenberaad dat over de verschillende onderzoe- ken, en uiteraard ook over het punt voorlichting, zal plaatsvinden Hij zal dus ook dit onderwerp op de rol plaatsen. Punt 35. De heer Baar heeft met belangstelling van het antwoord van het college kenmsgenomen. Hij merkt op dat zo 1 angzamerhand wei voor 1nosgroep een passende voorziening is geschapen, doch ua, oe oemente bejaarden oo deze regel een uitzonderinq vormen. Spre^er meent dat dit vraagstuk slechts in regionaal verband kan worden opgelost. Zijn fractie heeft dan ook met belangstel1ing ken- nis genomen van de gisteravond door de wethouder gedane mededelinq dat hiertoe stappen zijn genomen. Wethouder Sprangers merkt op dat hij gisteravond heeft gezinspeeld op de onderhandelingen die er gaande zijn over een regionaal opvanq- centrum. 3 Punt 36. Mevrouw Bernelot Moens vraagt of er een planning is gemaakt voor de W1^e waarop het^ëzöndheidshuis kan blijven voortbestaan en of er in dit verband eengoede "doorlichting" heeft piaatsgevonden ten aanzien van de verschillende onderdelen van de gezondheidszorq die m aanmerking kunnen komen voor gebruik van het Gezondheidshuis Voorts vraagt zij, indien bepaalde ruimten niet meer acceptabel mochten zijn, of het dan mogelijk is door middel van een verbouwing

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1974 | | pagina 52