m
20 december 1974
5
voordat men misschien een advertentie plaatst, of mi
met het piaatsen van een advertentie - dat verruimt în ieder geva
ae keuzemogei i jkheid - aan de tendens van het verzo'eJ u
Borqhouts wat tegemoet kan komen. Er is toen bij de afdeling
zaken nagegaan of daar weliicht mensen waren, die thans in
king komen voor een uitkering, die geschikt zouden kunnen
deze functie te vervullen. Ook is de afdeling personeelszaken ,nge
schakeld en met name is de aandacht erop gevestigd dat bl^°°r^ld
in de rijen van de meteropnemers - omdat het meteropnemen e,en tj
deiijke zaak is - weliicht mensen zouden zijn die geschikt zijn
dDat8oSerzoek is nu gaande. Hij meent dat het coliege hierdoor heeft
bewezen op een zeer konstruktieve wijze te willen meewerken aan e
oplossing van dit probleem.
Mevrouw Borqhouts is verheugd dat deze werkzaamheden,w°rd^u^r-
richt om totTetTzöëken van kandidaten te komen Zij blijft echter
moeite houden met de selectie van het al of met aanmeiden bij het
G.A.B.
Wethouder Sprangers heeft er geen enkel bezwaar tegen als wij
van de zi jde winTïïTÏÏ.A.B.naar aanleiding van bijvoorbeelo ad-
vertenties, en dat gebeurt ook wel in de praktijk, een aan,.a.
sen zouden doorkrijgen die al geruime tijd staan ingescnreven en
qeschikte kandidaten lijken voor de desbetreffende functie.
college heeft de bereidheid om, waar ze dat relevant vinot, en
dat moet men ter beoordeling overlaten aan het college, het G.
in te schakelen.
De heer Jager is verheugd met die principiële bereidheid. Het
qaat zijn fractie echter om de kwestie van die relevantie. rlij
beqrijpt dat het college daärover oordeelt. Natuurhjk zijn per-
soneeiszaken in eerste instantie kwesties van het college, mQar
hij kan zich voorstellen dat het zinvol zou kunnen z:jn ais ce
portefeuiilehouder van personeeiszaken een gesprek zou hebben met
het G.A.B. over de vraag: waar kunnen wij juliie bij be|P6n en wa r
kan het G.A.B. de gemeente bij helpen, zodat bij het selecteren van
de functies die aangemeld moeten worden niet wellTcht door onbekend-
heid het oordeel van het coliege een rol gaat spelen.
De voorzitter bekent dat het coilege niet alle dingen bekend zijn.
Punt 7.
De heer Kirschbaum is verheugd dat, hoewel het coilege eersb4_
heeft qesteld dat een efficiency-onderzoek niet opportuun ts, gis-
teren de deur daarvoor toch weer op een kier is^komeri te staan.
Snrekers fractie vindt dit heel belangrijk. In dit verband wil
hij een proefschrift aanhalen dat in opdracht van de Bank voor
Nederlandsche Gemeenten, het instituut voor onderzoek van °verheids-
uitgaven, is geschreven. De teneur van het proefschrift is, dat de
qemeenten maar hoogst amateuristisch te werk piegen te gaan bij hjn
investeringsbesl issingen. Gebrek aan kennis, onvoldoende planmng en
fundamentele fouten bij de calculaties signaleeru de schnjver bij
het proces van de gemeentelijke investenngsbeslissingen. Dit behoet.
men zich natuurlijk niet aan te trekken voor Heemstede, m"r b lJk-
baar komt het bij gemeenten meer voor dat er fouten gemaaKt woiden,