62 20 december 1974 politiek gevoerd wordt die leidt tot het vormen van dergeiijke qrote reserves en daarvoor heeft hij gisteren een argumentatie opqebouwd waann hij uitsprak het onjuist te achten dat men in vroegere jaren een te hoge last heeft gedragen, dat geleid heeft via overschotten op de rekemng tot de vorming van een reserve, waardoor men in vroegere jarende lasten heeft gedragen voor in de toekomst te stichten voorzieningen. Sprekers uitgangspunt is dat in principe de last die voor een bepaalde voorziening nodig is, moet worden qedra- gen door de burgers die op dat moment van die voorziening qebruik kunnen maken. Dat is natuurlijk nooit helemaal tot op een jaar nauw- Keurig te berekenen, maar in algemene zin meent spreker dat dit ■principe gehandhaafd moet blijven. Wat betreft de post "onvoorzien" vindt spreker dat er sprake is van een begrotingspolitiek in de richting van een reservevorming, die hij afwijst. Spreker meent dat mede aan de hand van de diskussie over de beleidsnota, waarin zeker ook een fina.nciële paragraaf zal voor- komen, misschien niet in eerste instantie maar dan zeker op den duur weleroyer gesproken zai kunnen worden hoe een dergelijke be- grotingspolitiek zou moeten gaan worden in het kader van de meer- jarenplanmng. In het antwoord op vraag 81 heeft het colleqe een aantal kapitaal- werken genoemd die volgend jaar aan de orde zullen komen en waarvoor vermoedeljk een krediet zal worden gevraagd. Het college zegt daar- f 7?R3nnne WegenS rente en afschrijving voor die werken minstens f IÂ'nnn'" ZüZ1JÎ" SPrek?r komt echter maar tot een bedrag van j 528.000,--. Hij vraagt waar die 2 ton precies zit. In hetzelfde antwoord wordt een bedrag aan rente en afschrijvinq ge- raamd van f 445 000,- voor de plannen voor rekonstruktie wegen en vermeuwing nolenng. Hij vraagt hoe dit bedrag is samengesteld. îln eene?0ri,rLr8f f6- be9rePen.dan bij deze raming uitgeqaan van een 20-jange afschr-ijvingstermijn. Hij vraagt of dit juist 'is- vlt ?n8Ianna9e9aan blJ" tallo2e werken een afschrijvingstermijn' van 30 â40 jaar wordt aangehouden. In het slot van het antwoord op vraag 81 argumenteert het colleqe waarom het de volledige lasten van rente en aflossing van een be- paalde kapitaalsinvestering ten laste van de begroting 1975 brenqt. Het college zegt daarbij dat het enerzijds voldoet aan de voor- schriften van het provinciaal bestuur. Waarschijnlijk is het het co legë bekênd dat een andere provincie daar een andere begrotinqs- pohtiektoertäat, met name gedeputeerde staten van Gelderland staan toe aat ten aanzien van zaken waarvoor de raad kredieten heeft qevo- teerd, w een bepaald jaar een half jaar rente alleen wordt geraamd ten laste van de post van dat desbetreffende jaar. Gedeputeerde Statien van Noord-Holland staan kennelijk ook niet zo star op de voor- schriften waar het college een beroep op doet, omdat het ook de qe- meenteVelsen heeft toegestaan een andere politiek te voeren Alles nn ogenschouw nemend meent spreker dat zeer wel volgehôuden kan wor-den dat; ook het volgend jaar er weer belangrijke overschotten zul- PiiJken te zijn die weer toegevoegd zulien gaan worden aan de al- gemene reserve. Spreker meent dat men in de toekomst een derqeliike po itiêk moet gaan wijzigen en dat getracht moet worden zo reëel mo- genjk kapitaallasten en afschrijvingen te ramen. Mocht daaruit een begrotingspositie voortvloeien, die in een overschot op de beqrotinq za resuiteren, dan zal daar, meent spreker, geen enkel bezwaar tegen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1974 | | pagina 62